Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #Business & International Tax #Dividenden #Roerende Voorheffing #Liquidatiereserve

Is een versnelde dividenduitkering aan 15% iets voor u?

vrijdag 21/05/2021
Focused black and white partners colleagues discussing project using digital tablet in office, male diverse executive team two businessmen coworkers work in teamwork looking at computer sit at desk

De uitkering van dividenden is sinds enkele jaren onderworpen aan het standaardtarief van 30% roerende voorheffing. Samen met het optrekken van de roerende voorheffing werden ook verschillende regimes gecreëerd die onder bepaalde voorwaarden toelaten winsten uit te keren aan verminderde tarieven.

We zoomen specifiek in op de VVPRbis-regeling en het systeem van de liquidatiereserves.

VVPRbis voor jonge vennootschappen

VVPRbis staat voor Verminderde Voorheffing/Précompte Réduit en bis omdat er al een gelijkaardig regime bestond. Dit regime is van toepassing op de uitgifte van nieuwe aandelen door kleine vennootschappen na 1 juli 2013 naar aanleiding van een inbreng in geld bij de oprichting of kapitaalverhoging.

Winsttoekenning verbonden aan deze aandelen geniet onder welbepaalde voorwaarden van verlaagde roerende voorheffing:

  • 20% voor dividenden verleend of toegekend uit de winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de inbreng.
  • 15% voor dividenden verleend of toegekend uit de winstverdeling van het derde en volgende boekjaar na dat van de inbreng.
  • 30% (geen verlaagd tarief) voor liquidatieboni.

Na afloop van de wachttermijn van 3 jaar kan de in de voorgaande jaren gereserveerde winst in principe in één keer uitgekeerd worden. En vanaf dan elk jaar de winst van dat boekjaar.

Kortere wachttermijn bij een interim- of tussentijds dividend?

Ter opfrissing
  • Een interimdividend wordt aangerekend op het resultaat van het lopende boekjaar.
  • Een tussentijds dividend wordt aangerekend op de beschikbare reserves en de overgedragen winst van voorgaande boekjaren.

Beide dividenduitkeringen worden echter slechts opgenomen in de winstverdeling van het lopende boekjaar. De winstverdeling van een bepaald boekjaar is doorslaggevend om te bepalen welk tarief voor roerende voorheffing geldt. Daarom kan vroeger tot uitkering worden overgegaan.

Dankzij de techniek van interim- of tussentijdse dividenden, kan in feite één jaar vroeger al een uitkering gebeuren aan verminderde tarieven. Dat is nu ook opgenomen in een circulaire van 23 april 2021. De minister van Financiën heeft het ook bevestigd, zij het minder nadrukkelijk.

Ter illustratie

Stel een vennootschap wordt opgericht op 1 juni 2018 met een eerste verkort boekjaar afsluitend op 31 december 2018. Een uitkering aan 15% roerende voorheffing is mogelijk uit de winstverdeling vanaf het derde boekjaar na oprichting, zijnde boekjaar 2021. Pas te beslissen bij de jaarvergadering die plaatsvindt in het voorjaar van 2022.

Wordt in de loop van 2021 beslist tot een interim- of tussentijds dividend, dan wordt dat toegewezen aan de winstverdeling van boekjaar 2021. Wachten tot de jaarvergadering in 2022 om een uitkering te kunnen doen aan een verlaagd tarief van 15% is niet nodig.

Liquidatiereserves voor oudere vennootschappen

Kleine vennootschappen kunnen hun winst na belasting van het huidige boekjaar ook overboeken op een zogenaamde ‘liquidatiereserve’. De aanleg van zo’n reserve is op dat moment onderworpen aan een heffing van 10%.

Bij de uitkering van die liquidatiereserve is roerende voorheffing verschuldigd aan de volgende verminderde tarieven:

  • 20% indien de aangetaste reserve minder dan vijf jaar behouden is gebleven en aangelegd vanaf aanslagjaar 2018, voordien is dat 17%.
  • 5% indien de aangetaste reserve meer dan vijf jaar behouden is gebleven.
  • 0% indien de uitkering gebeurt naar aanleiding van de liquidatie van de vennootschap ongeacht of de reserve meer of minder dan 5 jaar heeft bestaan.

Bovenstaande termijnen vangen aan op de laatste dag van het belastbaar tijdperk waarin ze werden aangelegd. Dus niet op datum van de algemene vergadering die over de winstverdeling beslist.

De minister van Financiën bevestigde dat het tarief van 5% van toepassing is indien de uitkering plaatsvindt via een dividenduitkering op de normale jaarvergadering van het vijfde boekjaar volgend op de aanleg van de reserve. Op de afsluitdatum staat er boekhoudkundig daardoor wel een schuld ten opzichte van de aandeelhouders. En misschien is net één dag te weinig voldaan aan de termijnvoorwaarde.

Ter illustratie

Stel, een vennootschap boekt een liquidatiereserve m.b.t. het boekjaar op 31 december 2016. Dat beslist de algemene vergadering in het voorjaar van 2017.

Tijdens de algemene vergadering m.b.t. het boekjaar van 31 december 2021 wordt beslist om een dividend uit te keren uit die liquidatiereserve. Deze algemene vergadering zal in het voorjaar van 2022 plaatsvinden.

In de jaarrekening van 31 december 2021 zal de liquidatiereserve niet langer geboekt staan, maar wel een schuld zijn aan de aandeelhouders.

De termijn van 5 jaar termijn kan geacht worden voldaan te zijn vermits de algemene vergadering plaatsvond in 2022.

Belangrijk om te weten is dat de wachttermijn van 5 jaar telkens opnieuw begint te lopen per aangelegde liquidatiereserve. Jaarlijks kan dus slechts de winst van 5 jaar ervoor uitgekeerd worden. Op dat punt verschilt de liquidatiereserve van de VVPR-bis regeling.

Vergeet het WVV niet

Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) legt strengere regels op aan dividenduitkeringen wat betreft de documentatie van de zogenaamde liquiditeits- en solvabiliteitstest voor wat betreft de BV en de CV.

De fiscale administratie ziet ook streng toe op dividenduitkeringen waarvoor een vennootschap een lening aangaat bij een externe partij of de aandeelhouder. De interestaftrek op dergelijke leningen kan geweigerd worden als onvoldoende aangetoond wordt dat de lening die het gevolg is van de dividenduitkering werd aangegaan in het belang van de vennootschap.

Eieren voor uw geld kiezen?

Dat de fiscus aanvaardt om al vroeger tot uitkering van winsten onder het VVPRbis-regime over te gaan via een tussentijds of een interim-dividend, is goed nieuws. Veel vennootschappen wachten vol ongeduld om deze reserves uit te keren.

Het huidige economische klimaat en de wellicht zeer moeilijke begrotingsoefening die eraan zit te komen, kunnen leiden tot nieuwe minder gunstige fiscale maatregelen. Het tarief van de roerende voorheffing is daarbij een gemakkelijke en gekende prooi. In het bijzonder de verminderde tarieven verbonden aan de VVPRbis-regeling en de liquidatiereserve.

Leg de voor- en nadelen van een eventueel vervroegde uitkering daarom best eens naast elkaar. Wij staan u daar graag in bij. Aarzel niet om ons te contacteren.

Neem contact op met één van onze experten

Dimitri Lemeire

Dimitri Lemaire

Director Tax & Legal Services

Contact
Janke Tierens

Janke Tierens

Manager Tax & Legal Services

Contact