Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #Business & International Tax #Liquidatiereserve

Liquidatiereserve: tijd om de vruchten te plukken

maandag 29/06/2020
Liquidatiereserve tijd om de vruchten te plukken

Vennootschappen die gebruik maakten van de liquidatiereserveregeling kunnen vanaf nu dividenden uitkeren aan een gunsttarief. Ontdek hoe u op veilig speelt en wat de impact is van de nieuwe vennootschapswetgeving en bepaalde Coronamaatregelen.

Dividenduitkering uit de liquidatiereserve: volg de spelregels

De liquidatiereserve werd ingevoerd door de programmawet van 19 december 2014. Kleine vennootschappen kunnen volgens deze regeling hun winst onderbrengen in een liquidatiereserve. Bij de vereffening kunnen ze die dan goedkoper uitkeren nl. zonder dat er nog roerende voorheffing op ingehouden wordt. Eerdere dividenduitkeringen worden bovendien lager belast dan uitkeringen van een gewone reserve.

Hoe werkt de liquidatiereserve precies?

In plaats van de winst van het boekjaar na belastingen uit te keren, reserveren vennootschappen de winst in een specifieke reserve, de zogenaamde liquidatiereserve. Bij de aanleg van de reserve betalen ze onmiddellijk een belasting van 10% (na betaling van de vennootschapsbelasting). Na 5 jaar kan de vennootschap beslissen om uit deze liquidatiereserve een dividend uit te keren, waarop ze dan slechts 5% bijkomende roerende voorheffing moet betalen. Wacht de vennootschap tot aan de effectieve liquidatie dan is hogervermelde 10% finaal en is er geen bijkomende roerende voorheffing meer verschuldigd.

Voor wie is de liquidatiereserve interessant?

Vooral kleine vennootschappen en kmo’s hebben baat bij de liquidatiereserveregeling. Ze is interessant voor vennootschappen die geen gebruik kunnen maken van de VVPR bis-regeling [1] (dividenduitkering aan 15%) of die er wel voor in aanmerking komen, maar graag een pensioenpotje opbouwen met finale taxatie van de uitkering aan 10%.

Voor aandeelhouders-natuurlijke personen is deze regeling een mooie opportuniteit. Het standaardtarief van de roerende voorheffing op dividenden bedraagt vandaag immers 30%.

Voor aandeelhouders-vennootschappen heeft de aanleg van zo’n liquidatiereserve geen meerwaarde. Het dividend in hoofde van de aandeelhouder-vennootschap wordt immers belast in de vennootschapsbelasting, tenzij het kan worden vrijgesteld onder de DBI-aftrek (Definitief Belaste Inkomsten). Bovendien kan de 10% bijkomende belasting niet door de aandeelhouder-vennootschap gerecupereerd of verrekend worden.

Dividenduitkering na vijf jaar: komt het aan op een dag?

De liquidatiereserveregeling werd ingevoerd voor boekjaren die ten vroegste afsloten op 31 december 2014. Om van het gunsttarief van 5% roerende voorheffing te kunnen genieten op een dividenduitkering, moet een wachtperiode van 5 jaar gerespecteerd worden. Op 31 december 2019 liep deze vijfjarige termijn dus voor het eerst af. Vanaf 1 januari 2020 kunnen dus de eerste dividenden uit de liquidatiereserve uitgekeerd worden aan het gunsttarief. Een wachtperiode van 5 jaar respecteren, blijkt in de praktijk echter niet altijd zo evident.

We illustreren met een voorbeeld:

Vennootschap X voert een boekhouding per kalenderjaar. In boekjaar 2014 heeft de vennootschap voor de eerste keer een liquidatiereserve aangelegd, m.a.w. de boeking is gebeurd op 31 december 2014. Op de algemene vergadering over boekjaar 2019, die plaatsvindt in de loop van 2020, wordt beslist tot een dividenduitkering uit de liquidatiereserve aangelegd in boekjaar 2014. Concreet betekent dit dat bij de eindejaarsverrichtingen op 31 december 2019 de liquidatiereserve overgeboekt wordt naar de rekening ‘te betalen dividend – liquidatiereserve 31-12-2014’. Volgens een strikte interpretatie wordt de liquidatiereserve dus aangetast binnen de termijn van 5 jaar, namelijk net één dag te vroeg.

Minister van Financiën is soepel

Een gelijkaardige casus werd voorgelegd aan de (toenmalige) minister van Financiën. Hij bekeek de situatie minder strikt en stelde dat de dividenduitkering onderworpen is aan slechts 5% roerende voorheffing. De overboeking hield volgens hem geen schending van de onaantastbaarheidsvoorwaarde in.

Fiscus kan dwars liggen

Ondanks de bevestiging door de minister raden wij u toch aan om oplettend te zijn. Want wat als de fiscus de letter van de wet volgt en van mening is dat niet voldaan is aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde, nl. een wachtperiode van precies 5 jaar. In dat geval is het gunsttarief van 5% niet van toepassing op de dividenduitkering.

Speel op veilig met een bijzondere algemene vergadering

Als u dus 100% op veilig wil spelen, raden we u aan om in de gewone algemene vergadering die u in de loop van 2020 houdt over boekjaar 2019 nog niet te beslissen over een dividenduitkering uit de aangelegde liquidatiereserve van 2014.

U doet dat beter in een bijzondere algemene vergadering, ook in 2020, maar later dan uw gewone. Daar beslist u dan over een tussentijds dividend. De boeking van zo’n tussentijdse dividenduitkering gebeurt niet op 31 december 2019, maar wel op het moment van de beslissing zelf in 2020. De wachtperiode van 5 jaar is dan 100% gerespecteerd. Dat dividend wordt opgenomen in de cijfers van boekjaar 2020.

Vergeet niet om binnen de 15 dagen na toekenning of betaalbaarstelling van het dividend een aangifte in de roerende voorheffing in te dienen en de bijkomende belasting van 5% te betalen.

Dividenduitkering door BV’s en CV’s

Sinds 1 januari 2020 gelden dwingende bepalingen uit het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen voor iedere besloten vennootschap (BV) en coöperatieve vennootschap (CV). Ook de vroegere BVBA die haar statuten nog niet aan de nieuwe vennootschapswetgeving aanpaste, valt hieronder. Dat heeft onder andere tot gevolg dat elke uitkering uit het vermogen van deze vennootschapsvormen onderworpen moet worden aan een dubbele uitkeringstest: een netto-actieftest en een liquiditeitstest.

Netto-actieftest

Het bestuursorgaan moet nagaan of het netto-actief van de vennootschap niet negatief is, of door deze uitkering niet negatief wordt. Ook als de gewone of bijzondere algemene vergadering in 2020 beslist om de liquidatiereserve van 2014 bij wijze van dividend uit te keren, moet de dubbele balanstest uitgevoerd worden. De netto-actieftest moet gebeuren voorafgaand aan de algemene vergadering waarop de aandeelhouders beslissen om de liquidatiereserve uit te keren. Als de uitkomst van de netto-actieftest gunstig is, kunnen de aandeelhouders vervolgens beslissen om uit te keren.

Liquiditeitstest

Als er beslist wordt om uit te keren, mag het bestuursorgaan echter niet zonder meer overgaan tot uitbetaling. Het moet eerst nog nagaan of de vennootschap op basis van redelijke verwachtingen in staat blijft haar schulden te voldoen naarmate die opeisbaar worden over een periode van ten minste twaalf maanden na de uitbetaling. Deze liquiditeitstest moet gebeuren op een tijdstip zo dicht mogelijk bij de datum van uitbetaling en uiterlijk op de dag van de uitbetaling zelf.

Verplichte verslaggeving

Het resultaat van beide testen moet het bestuursorgaan neerschrijven in bijzondere verslaggeving. Valt de betaalbaarstelling van het dividend samen met de datum van toekenning, dan moet de verslaggeving van beide testen dus voorafgaand aan de datum van de algemene vergadering beschikbaar zijn.

De bestuurders dragen de verantwoordelijkheid voor deze dubbele test en kunnen hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden indien een te hoog bedrag werd uitgekeerd of de testen en verslaggevingsplicht niet nageleefd werden.

Dividenduitkeringen in Coronatijden

Impact op voorafbetalingen

De afgelopen maanden werden zowel op federaal als gewestelijk niveau tal van steunmaatregelen uitgevaardigd. Zo besliste de regering onder meer om de percentages van de voordelen 

van de voorafbetalingen van de derde en de vierde vervaldag te verhogen. Uitstel van voorafbetalingen is daardoor minder nadelig.

Aan dat voordeel zijn wel voorwaarden verbonden. De maatregel is bedoeld voor bedrijven met liquiditeitsproblemen. Vallen daar dus niet onder: vennootschappen die een inkoop van eigen aandelen of een kapitaalvermindering doen. Of vennootschappen die dividenden betalen of toekennen tussen 12 maart 2020 en 31 december 2020, waaronder dus de uitkering uit de liquidatiereserve.

Carry-back regeling

Op dit moment is een wet in de maak die tegemoet komt aan ondernemingen die met verliezen kampen in deze Coronatijden. Bedoeling is deze bedrijven twee mogelijkheden te geven om hun eigen vermogen zo snel mogelijk opnieuw op peil te brengen. Dit via een eenmalige vervroegde verliesaftrek of carry-back regeling

Let wel, vennootschappen die in de periode van 12 maart 2020 tot en met de dag van de indiening van de aangifte in de vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2021, onder andere dividenden hebben uitgekeerd, waaronder de uitkering uit de liquidatiereserve, worden uitgesloten van de carry-back regeling.

Meer details over deze nieuwe maatregelen leest u in het artikel Nieuwe maatregelen ondersteunen liquiditeit en solvabiliteit van bedrijven.

Ook in onze rubriek Veel gestelde vragen over de gevolgen van de Coronacrisis voor uw onderneming vindt u heel wat nuttige informatie.

[1]  VVPR = Verlaagde Voorheffing Précompte Réduit

Neem contact op met één van onze experten

An Lettens

An Lettens

Partner Tax & Legal Services

Contact
Sofie De Wachter

Sofie De Wachter

Manager Tax & Legal | Business & International Tax

Contact