Van wie zijn de aandelen van de vennootschap bij een echtscheiding?
Bij een echtscheiding komt de verdeling van het vermogen van beide echtgenoten ter sprake. Dat geldt ook voor de aandelen in een vennootschap. Wat zijn de regels en hoe kan u daarop anticiperen?
Een echtscheiding en bijhorende vermogensverdeling is emotioneel en financieel een ingrijpende gebeurtenis. Als één of beide partners eigenaar is/zijn van aandelen in een vennootschap verhoogt dat de complexiteit. Een te lange impasse kan de continuïteit van de vennootschap in het gedrang brengen.
Hoe bepaalt u wie de eigenaar is?
Weten wie eigenaar is van de aandelen in een vennootschap is om diverse redenen van belang.
Zo moet het duidelijk zijn wie mag stemmen op de algemene vergadering en wie de aandelen in een vennootschap mag vervreemden. Bij een echtscheiding is het van belang te weten wie eigenaar is om de aandelen te kunnen toebedelen.
Een belangrijk onderscheid hierbij zijn de lidmaatschapsrechten en de vermogensrechten van de aandelen.
Lidmaatschapsrechten
Staan de aandelen op naam van één van de echtgenoten ingeschreven in het aandelenregister? Dan heeft deze partner de lidmaatschapsrechten en kan die een stemrecht uitoefenen op de algemene vergadering. Dat betekent echter niet dat deze partner ook de eigenaar is van deze aandelen. Aandelen ingeschreven in het aandelenregister op naam van een van de echtgenoten kunnen perfect gemeenschappelijk zijn.
Vermogensrechten
De vermogensrechten bepalen o.a. wie recht heeft op dividenden en op het liquidatiesaldo bij ontbinding en vereffening van de vennootschap.
Het gekozen huwelijksvermogensstelsel bepaalt wie eigenaar is van de aandelen. Er zijn drie stelsels:
- het wettelijk stelsel
- het stelsel van scheiding van goederen
- het stelsel van algehele gemeenschap van goederen
Wettelijk stelsel
Bij gebrek aan een regeling geldt het wettelijk stelsel. In dit stelsel zijn er drie vermogens:
- Een afzonderlijk vermogen voor elke huwelijkspartner
- Een gemeenschappelijk vermogen
Bij de oprichting van een vennootschap is belangrijk te weten uit welk vermogen het geld van de inbreng komt. Dat zal bepalen in welk vermogen de aandelen en bijhorende rechten terechtkomen.
In de meeste gevallen zijn aandelen verkregen met gemeenschapsgelden, ook al staan ze ingeschreven in het aandelenregister op naam van slechts één van de echtgenoten. Het is die persoon die dan de lidmaatschapsrechten uitoefent. De vermogenswaarde van deze aandelen behoort echter tot de huwgemeenschap.
Bij een echtscheiding worden de aandelen gewaardeerd op de datum van ontbinding van het huwelijksstelsel. Als ze tot het gemeenschappelijk vermogen behoren, wordt de waarde gelijk verdeeld onder beide ex-partners. De partner die niet actief was/is binnen de vennootschap kan bijgevolg recht hebben op de helft van de waarde van de aandelen.
Is er bewijs dat de vennootschap werd opgericht met geld dat een van beide voor het huwelijk bezat of tijdens het huwelijk erfde of geschonken kreeg, dan behoren de aandelen wel tot het eigen vermogen.
Ook aandelen die u voor uw huwelijk bezat of tijdens uw huwelijk geschonken kreeg of erfde, behoren tot uw eigen vermogen. In geval van schenking moet dan wel duidelijk zijn dat de aandelen enkel aan u werden geschonken.
Belangrijk om te weten is dat inkomsten (salaris, interesten en dividenden) in het gemeenschappelijk vermogen vallen bij het wettelijk stelsel. Als u dat niet zo wenst, sluit u het best een huwelijkscontract af waarin staat dat die inkomsten tot het eigen vermogen behoren.
De huwelijkspartner die zijn of haar beroepsactiviteit uitoefent binnen een vennootschap is in principe een vergoeding verschuldigd is ‘voor de netto beroepsinkomsten die het gemeenschappelijk vermogen niet heeft ontvangen en redelijkerwijze had kunnen ontvangen indien het beroep niet binnen een vennootschap was uitgeoefend’.
Bij ontbinding van het huwelijk door een echtscheiding kan de ex-partner dus eisen dat het gemeenschappelijk vermogen vergoed wordt voor de inkomsten die het heeft misgelopen. Het is dan aan de ene partner om de omvang van de vergoeding te bewijzen en aan de andere partner om te bewijzen dat er geen grond tot vergoeding is.
Scheiding van goederen
In dit stelsel zijn er enkel twee afzonderlijke vermogens. Er is geen gemeenschappelijk vermogen. Als u een vennootschap opricht, is dat dus sowieso met eigen middelen en behoren de aandelen tot uw eigen vermogen. In geval van echtscheiding komen deze aandelen u toe. Uw voormalige huwelijkspartner kan er geen aanspraak op maken.
Algehele gemeenschap van goederen
De algehele gemeenschap van goederen komt niet vaak voor. In dit stelsel is er slechts een volledig gemeenschappelijk vermogen. Dat houdt in dat alle aandelen van de vennootschap eigendom zijn van beide echtgenoten.
Als aandelen op naam van slechts één partner zijn ingeschreven, heeft wel enkel die persoon stemrechten tijdens het huwelijk. Hoe ze ook gefinancierd of ingeschreven zijn, ze worden bij een echtscheiding verdeeld tussen beide. Tenzij één van de partners ze tegen vergoeding van de ander overneemt.
Waarop letten bij de oprichting?
Bij ontbinding van het huwelijk is het dus van belang te weten wie de eigenaar van de aandelen is en wie recht heeft op de vermogenswaarde.
Om die reden is het aangewezen om bij de oprichting van een vennootschap de intentie van de partners duidelijk te documenteren. Zo komt u later niet voor (on)aangename verrassingen te staan.
Als het de bedoeling is dat de aandelen eigen blijven van de oprichter kan u het best in de vennootschapsakte zelf laten opnemen dat de vennootschap met eigen gelden is opgericht. Zo zijn de aandelen die u in ruil ontvangt, ook eigen.
U kan dat documenteren met een banrekeninguittreksel van de rekening die uitsluitend op naam van de oprichter staat. Dat uittreksel toont dat de ingebrachte gelden van die rekening naar de vennootschap gestort zijn. Die rekening mag dus enkel eigen gelden bevatten. Dus geld van voor het huwelijk, of geld verkregen door een erfenis of schenking, of verkregen door de verkoop van eigen goederen. Als u geld overschrijft van een rekening waarop ook arbeidsinkomsten gestort worden – die gemeenschappelijk zijn – kan dat tot discussie leiden of de daarmee verworven aandelen misschien toch niet gemeenschappelijk zijn. Met alle gevolgen bij de verdeling.
Eventueel kan een van de partners in de oprichtingsakte expliciet bevestigen dat de andere partner met eigen gelden de vennootschap opricht.
Zijn de aandelen gemeenschappelijk of hebben beide echtgenoten elk eigen aandelen, en is een verdere samenwerking binnen de vennootschap geen optie meer. Dan kan de ene het best de aandelen van de andere overnemen. Lukt dat niet minnelijk, dan kan de rechtbank het geschil beslechten. Een gerechtsdeskundige zal de vennootschap in dat geval waarderen en beslissen welke partner de andere moet uitkopen en tegen welk bedrag.
Wenst u advies over uw persoonlijke situatie? Onze experts staan voor u klaar.
