Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #Business & International Tax #Vennootschap #Fiscaliteit

Hoe verzoent de nieuwe groepsbijdrage-
regeling zich met een niet-dicriminatieregel?

vrijdag 16/07/2021

België heeft nieuwe fiscale wetgeving voor vennootschappen die onder eenzelfde stolp een fiscale eenheid vormen. Deze groepsbijdrageregeling is optioneel en verbonden aan strikte voorwaarden. Maar wat als er fiscale consolidatie is met een niet-EER moeder? De non-discriminatieregel kan hier een oplossing bieden.

Met ingang van boekjaren die aanvangen op 1 januari 2019 heeft België (eindelijk) een belastingwetgeving om fiscale eenheid te creëren voor de vennootschapsbelasting. Deze regeling van fiscale consolidatie staat bekend als groepsbijdrageregeling en is volledig optioneel.

Deze naar Belgische normen ingrijpende wetswijziging is doorgevoerd om het belastingstelsel in België aantrekkelijker te maken. In ons omringende landen bestaat zo’n systeem van fiscale consolidatie al vele jaren.

Toepassingsvoorwaarden fiscale eenheid

Om een fiscale eenheid toe te passen tussen verbonden vennootschappen moeten volgende voorwaarden vervuld zijn:

  • De consolidatiekring is beperkt. Enkel Belgische vennootschappen mogen deelnemen. Bovendien moet het gaan om moeders en dochters, of om zustervennootschappen en hun vaste inrichtingen met eenzelfde in België of in de EER gevestigde moedervennootschap.
  • De vennootschappen moeten een deelnemingsverhouding hebben van minstens 90% gedurende het volledige boekjaar. Kortom, om maximaal te genieten van deze regeling is een vlakke groepsstructuur wenselijk.
  • De vennootschappen moeten 5 opeenvolgende jaren verbonden zijn. Zo wordt optimalisatie vermeden door verhangingen van vennootschappen die niet binnen de consolidatiekring vallen. Of door een opportunistische overname van verliesvennootschappen. Die termijn van 5 jaar vangt aan op 1 januari van het 4de kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd.
  • De vennootschappen moeten boekjaren met eenzelfde aanslagjaar hebben.
  • Een vennootschap die een pand ter beschikking stelt aan een bedrijfsleider-natuurlijke persoon of aan diens echtgeno(o)t(e) of kinderen ten laste, valt uit de boot.
  • Vennootschappen die een afwijkend belastingregime genieten, worden geweerd. Dat zijn onder meer beleggingsvennootschappen die op een beperkte belastbare basis belast worden, vennootschappen die tonnagetaks of het diamantstelsel genieten …

Vormvoorwaarden fiscale eenheid

Kiest u tijdens een welbepaald boekjaar voor een fiscale eenheid, dan gelden een aantal vormvoorwaarden:

  • Iedere deelnemende vennootschap of vaste inrichting blijft haar eigen aangifte vennootschapsbelasting in België indienen. Voortaan wel met een extra bijlage die toeziet op het regime van fiscale consolidatie.
  • Per boekjaar moeten de betrokken vennootschappen een zogenaamde groepsbijdrage-overeenkomst afsluiten die alle modaliteiten van de fiscale consolidatie nauwgezet definieert.
  • Het bewijs van de effectieve betaling van de groepsbijdragevergoeding moet uiterlijk bij de indiening van de aangifte vennootschapsbelasting beschikbaar zijn. Er is geen ficheverplichting voor deze betaling.
  • De betrokken vennootschappen moeten de betaling en inning van de groepsbijdragevergoeding correct boeken.

Wat als er geen EER-moeder is?

Naar aanleiding van een Parlementaire Vraag nr. 349 van 11 mei 2020 van de heer Matheï kwam een interessante casus aan bod.

Stel, een Amerikaanse vennootschap houdt een rechtstreekse deelneming aan van minstens 90% in 2 Belgische vennootschappen. Volgens een strikte toepassing van de wet kunnen beide Belgische zustervennootschappen niet genieten van de groepsbijdrageregeling omdat zij geen gemeenschappelijke EER-moeder hebben.

Maar wat als er een niet-discriminatieregel in een dubbelbelastingverdrag staat? Dat is het geval in het dubbelbelastingverdrag tussen België en de VS.

In zijn antwoord op de Parlementaire Vraag brengt de minister van Financiën in herinnering dat de niet-discriminatiebepaling van artikel 23, §5 van het Belgisch-Amerikaans dubbelbelastingverdrag overeenkomt met de bepaling in zowel het OESO–Modelverdrag als het Belgisch Modelverdrag. Dat geeft het antwoord van de minister alvast een ruime draagwijdte.

Wat is de impact van een niet-discriminatieregel?

De concrete impact van een niet-discriminatieregel is dat Belgische dochtervennootschappen van een Amerikaanse moedervennootschap geen fiscaal nadeel mogen ondervinden ten opzichte van Belgische dochtervennootschappen met een Belgische moedervennootschap. Een niet-discriminatieregel in een dubbelbelastingverdrag heeft voorrang op de nationale wetgeving.

Ook Belgische zustervennootschappen met een gemeenschappelijke Amerikaanse moedervennootschap kunnen dus teruggrijpen naar de Belgische groepsbijdrageregeling. Uiteraard voor zover aan alle andere voorwaarden voldaan is. Onnodig te zeggen dat deze administratieve toelichting zeer welkom is voor de fiscale praktijk in België.

Hebt u hier nog vragen over of wenst u advies op maat? Wij staan voor u klaar. Neem gerust contact op.