Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #Erfbelasting #Verblijvingsbeding #Huwelijk #Schenking

Betere bescherming en minder belastingen dankzij verblijvingsbeding

maandag 24/02/2020
Verblijvingsbeding

Echtgenoten getrouwd onder het stelsel van scheiding van goederen kunnen in hun huwelijkscontract een clausule opnemen waarbij ze bij overlijden een onverdeeldheid belastingvrij toebedelen aan de langstlevende. Dit noemt men een verblijvingsbeding.

Van 100% naar 0% belasting

De Vlaamse Belastingdienst Vlabel gaf recent aan (voorafgaande beslissing gepubliceerd op 17 december 2019) dat een verblijvingsbeding een valabel niet-belastbaar alternatief is in de erfbelasting voor echtgenoten.

Er bestond weliswaar al een bescherming voor partners gehuwd met scheiding van goederen onder de vorm van het (optioneel) finaal verrekenbeding. De vermogens van beide partners bleven gescheiden, maar toch was een bescherming voorzien voor de langstlevende partner. Deze solidariteit had echter als groot nadeel dat ze heel zwaar belast werd, maar liefst 100%.

Een fiscaal interessant alternatief zoals het verblijvingsbeding was dus meer dan welkom voor partners gehuwd met scheiding van goederen. Omdat de langstlevende bij een verblijvingsbeding niets uit de nalatenschap verkrijgt in zijn hoedanigheid van erfgenaam, maar wel als echtgenoot naar aanleiding van de vereffening-verdeling van het huwelijksstelsel, is de erfbelasting niet van toepassing. En aangezien dit soort afspraken in het huwelijkscontract evenmin schenkingen zijn, maar huwelijksvoordelen, wordt het verblijvingsbeding ook niet belast als schenking

Stel, twee echtgenoten hebben samen een roerend vermogen in onverdeeldheid van 1.000 euro. De ene droeg 900 euro bij, de andere slechts 100 euro. Als dit onverdeeld vermogen via huwelijkscontract en een verblijvingsbeding overgedragen wordt aan de langstlevende, is dat een huwelijksvoordeel. Er is dus geen schenk- en erfbelasting verschuldigd. Ook niet als de persoon die slechts 100 euro bijdroeg, nu de volledige onverdeeldheid van 1.000 euro krijgt.

Opgelet, gaat het om onroerende goederen, dan geeft zo’n verrichting wel aanleiding tot een registratiebelasting,  nl. het kooprecht en/of verdeelrecht.

Fictiebepalingen doorprikken redenering

De redenering dat wie in strikte zin niets erft dus ook geen erfbelasting betaalt, werd doorheen de jaren verschillende keren doorprikt via zogenaamde wettelijke ‘fictiebepalingen’. Zo voorziet de wet uitdrukkelijk dat de langstlevende echtgenoot die gehuwd is onder een stelsel met eenhuwgemeenschap erfbelasting verschuldigd is op alles wat hij bovenop de helft van het gemeenschappelijk vermogen verkrijgt (art. 2.7.1.0.4 VCF). Het verblijvingsbeding valt echter niet onder zo’n fictiebepaling.

Stel, de huwgemeenschap heeft een waarde van 1.000 euro en komt volledig toe aan de langstlevende. In dat geval zal die erfbelasting verschuldigd zijn op alles wat hij of zij verkrijgt bovenop de helft van de huwgemeenschap, in dit geval dus op 500 euro.

Kiest u niet beter voor een beding van aanwas?

De bescherming van de langstlevende kan ook fiscaal interessant gebeuren via een beding van aanwas. Dat beding is echter aan strenge voorwaarden gekoppeld. Zo moeten de inbreng en de levensverwachting van beide partners gelijkaardig zijn en mag er geen mogelijkheid voorzien worden om de ongelijkheid in leeftijd te compenseren met een ongelijke inbreng. Is niet voldaan aan deze voorwaarden, dan zijn de goederen bedeeld via het beding van aanwas toch onderworpen aan de schenk- of erfbelasting.

Al deze voorwaarden gelden niet voor het verblijvingsbeding van de onverdeeldheid. Voor huwelijkspartners met een ongelijke levensverwachting of met ongelijkwaardige vermogens is het dus een mooi alternatief voor het beding van aanwas.

Niet voor iedereen de beste optie?

Omdat het verblijvingsbeding in een huwelijkscontract opgenomen wordt, vallen ongehuwde partners uit de boot. Voor hen blijft het beding van aanwas, met al zijn voorwaarden en beperkingen, een interessante oplossing.

Hoewel het verblijvingsbeding geen schenking of erfenis is en fiscaal ook niet als dusdanig behandeld wordt, kan het wel de rechten van (stief)kinderen aantasten. Dat is het geval als er te veel vermogen naar de langstlevende (stief) ouder gaat. Het burgerlijk wetboek geeft (stief)kinderen een correctiemogelijkheid om de overbedeling aan de langstlevende gedeeltelijk ongedaan te maken.

Delicate puzzel

Het verblijvingsbeding van de onverdeeldheid is een welgekomen niet-belaste techniek om de langstlevende echtgenoot te beschermen zonder erfbelasting te betalen. Naast een evaluatie van het huwelijkscontract mogen echter de (stief)kinderen niet vergeten worden. Vermogensplanning tussen partners is een uitdagende puzzel waarin u heel wat belangen tegenover elkaar moet afwegen.

Wenst u graag advies en hulp bij deze delicate oefening, aarzel dan niet ons te contacteren. We helpen u graag een persoonlijk plan op te stellen.

Neem contact op met één van onze experten

Dirk De Groot

Dirk De Groot

Partner Moore Law

Contact
Bob Beazar

Bob Beazar

Associate Moore Law

Contact