Overslaan en naar de inhoud gaan
#HR-Legal #Tax & Legal #Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen

Wetgeving voor vzw’s in modern jasje

vrijdag 26/05/2023

Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) is al enige tijd in werking. Uiterlijk op 1 januari 2024 moeten de statuten van uw vennootschap, vereniging of stichting zijn aangepast aan de nieuwe wetgeving. Ook voor een vzw is er heel wat veranderd. We lijsten de voornaamste nieuwigheden op.

Oprichting met 2 personen

U kan voortaan perfect met 2 personen een vzw oprichten. Vroeger waren dat er minimaal 3. Als in de statuten van een vzw een ander minimumaantal leden vermeld staat, dan moet u dat aantal wel respecteren. Lukt dat niet (meer), dan moet u de statuten aanpassen en een lager minimum voorzien.

Bestuursorgaan in plaats van raad van bestuur

Voortaan is er alleen nog sprake van een ‘bestuursorgaan’, en niet meer van een ‘raad van bestuur’.

Het bestuursorgaan moet minstens 3 bestuurders tellen. De statuten kunnen wel voorzien dat 2 bestuurders volstaan, voor zover er slechts 2 leden zijn. Het is dus niet meer vereist dat het bestuursorgaan minder leden telt dan de algemene vergadering. Opnieuw geldt: schrijven de statuten een groter aantal bestuurders voor, dan moet u dat naleven of uw statuten aanpassen.

Heeft een rechtspersoon een mandaat als bestuurder opgenomen? Dan geldt voortaan ook voor een vzw uitdrukkelijk de verplichting om een natuurlijke persoon als vaste vertegenwoordiger aan te duiden. De vzw moet deze aanduiding bovendien publiceren in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.

Economische activiteiten en winst

Onder de oude wetgeving konden vzw’s alleen commerciële activiteiten uitvoeren op voorwaarde dat die bijkomstig waren aan het belangeloos doel van de vzw. Deze beperking is verleden tijd. Een vzw kan nu onbeperkt economische activiteiten voeren en op die manier winst genereren. Het blijft natuurlijk de bedoeling dat ze die winsten gebruikt om in haar werkingskosten te voorzien én haar belangeloze doelen te realiseren.

Een vzw kan geen rechtstreekse of onrechtstreekse vermogensvoordelen verstrekken aan leden of bestuurders. We raden daarom aan om in de statuten een duidelijk onderscheid te voorzien tussen enerzijds het belangeloos doel (vroeger: maatschappelijk doel) en anderzijds een precieze omschrijving van de activiteiten die een vzw zal voeren om dat belangeloos doel te verwezenlijken (en die wel commercieel kunnen zijn).

Goed om te weten: fiscale gevolgen

Het kunnen uitoefenen van commerciële activiteiten kan ook fiscale gevolgen hebben. Traditioneel is een vzw onderworpen aan de rechtspersonenbelasting, die slechts welbepaalde vormen van inkomsten belast. Heeft een vzw geen van deze inkomsten, dan betaalt ze geen rechtspersonenbelasting op haar overige bronnen van inkomsten. Naarmate het commerciële karakter van de activiteiten echter de belangeloze doelen overstijgt, kan dat voor de fiscus een trigger zijn. De fiscus zou kunnen nagaan of een vzw niet eerder thuishoort in de vennootschapsbelasting, waar een rechtspersoon op alle inkomsten belast wordt.

Kwalificatie als onderneming en insolventie

Een volgende belangrijke vernieuwing is dat een vzw onder de nieuwe wetgeving beschouwd wordt als een onderneming.

Bij betalingsproblemen kan een vzw voortaan ook bescherming tegen schuldeisers vragen in het kader van de procedure van gerechtelijke reorganisatie. Als ze in gebreke blijft haar verbintenissen na te komen, kan een vzw ook failliet verklaard worden.

Belangenconflicten

De procedure voor belangenconflicten die we vroeger alleen kenden voor de vennootschappen, geldt voortaan ook voor de vzw. Dat betekent opstelling van de nodige wettelijke verslaggeving. De getroffen bestuurder mag niet mee beraadslagen en stemmen. Volgt die persoon de procedure niet, dan kan dat aanleiding geven tot bestuurdersaansprakelijkheid.

Verruimde bestuurdersaansprakelijkheid

Vroeger kon een vzw verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke fouten en tekortkomingen van haar bestuurders. Vandaag kunnen de bestuurders zelf aansprakelijk gesteld worden. Deze aansprakelijkheid geldt voor eigen fouten, maar ook voor de fouten van medebestuurders (hoofdelijke aansprakelijkheid). Wie aangesproken wordt voor de fout van een andere bestuurder, kan wel verhaal uitoefenen op de andere bestuurders.

Ook feitelijke bestuurders lopen het risico dat ze mee bestuurdersaansprakelijkheid dragen. Concreet wil dat zeggen dat de bestuurders en dagelijkse bestuurders die door een rechtbank veroordeeld zijn voor bestuurdersaansprakelijkheid nooit moeten instaan (allemaal samen) voor meer dan het maximumbedrag.

Waarvoor kunnen bestuurders aansprakelijk gesteld worden?

  • Gewone bestuurdersfouten ofwel algemene fouten die ze begaan in hun functie als bestuurder. Bijvoorbeeld het niet tijdig protesteren van een factuur of het niet tijdig hernieuwen van een lopende huurovereenkomst.
  • Een inbreuk op de vennootschapswetgeving, boekhoudwetgeving, fiscale wetgeving, sociale wetgeving of op de statuten van de vennootschap. Bijvoorbeeld het niet (tijdig) neerleggen van de goedgekeurde jaarrekening, het niet-naleven van de procedure rond belangenconflicten …
  • Buitencontractuele fouten ofwel schade aan derden zonder dat er sprake is van een contractuele inbreuk.
  • Kennelijke grove fouten die bijdragen tot het faillissement. Het schoolvoorbeeld daarvan is ernstige fiscale fraude.
  • Het bewust verderzetten van een verlieslatende activiteit (wrongful trading).

Een goede huisvader

Bestuurders hebben er alle baat bij om als goed huisvader te waken over het reilen en zeilen van de vzw. Wie fouten of inbreuken van zijn medebestuurders vaststelt, doet daar best schriftelijk melding van aan het bestuursorgaan van de vzw. Op die manier kan bij een faillissement mogelijk nog voorkomen worden dat de curator een vordering instelt tegen de bestuurder die melding deed van de inbreuk en bewijst dat hij of zij er een duidelijk andere mening op nahield.

Bovengrens voor schade

Als tegemoetkoming voor deze verruiming van de aansprakelijkheid van bestuurders, geldt voor herhaaldelijke lichte fouten een bovengrens aan de schade waarvoor bestuurders aanspreekbaar zijn. Die grens is afhankelijk van de omzet en het balanstotaal van de vzw.

De aansprakelijkheid van een bestuurder van een vzw voor herhaaldelijke lichte fout is beperkt tot:

  • 250.000 euro
    in vzw’s met een omzet < € 700.000 en een balanstotaal < € 350.000
  • 1 miljoen euro
    in vzw’s met ofwel een omzet > € 9 miljoen, ofwel een balanstotaal > € 4,5 miljoen
  • 3 miljoen euro
    in vzw’s met een omzet van > € 9 miljoen en een balanstotaal > € 4,5 miljoen
  • 12 miljoen euro
    in vzw’s met ofwel een omzet > € 50 miljoen, ofwel een balanstotaal > € 43 miljoen

Vermits deze limieten alleen gelden voor de zogeheten herhaaldelijke lichte fout, zal deze beperking in de praktijk mogelijk weinig soelaas bieden.

Modernisering en digitalisering

De werking van een vzw is voortaan moderner. Een vzw kan haar e-mailadres en website opnemen in de statuten voor alle officiële communicatie. U moet dat wel actief opvolgen. Heel wat briefwisseling hoeft namelijk niet meer op papier te worden nagestuurd als alle officiële correspondentie via de website of het opgegeven e-mailadres kan gebeuren. Bij twijfel, neemt u deze gegevens beter niet mee op in de statuten.

Ook de leden en bestuurders van een vzw kunnen een e-mailadres meedelen waarop ze bereikbaar zijn voor officiële communicatie met de vzw.

Ook het bestuursorgaan kan voortaan schriftelijk of via elektronische weg vergaderen en besluiten nemen op voorwaarde dat de statuten dat uitdrukkelijk voorzien.

Hebt u hier vragen over of wenst u begeleiding bij de oprichting of omvorming van een vzw, dan kan u altijd terecht bij het team van Business Legal.

Neem contact op met één van onze experten

Julie De Roy

Julie De Roy

Manager Tax & Legal Services

Contact
Liesl Aegten

Liesl Aegten

Associate Tax & Legal Services

Contact