Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #Btw-advies

Nieuwe toleranties voor btw-aftrek op basis van werkelijk gebruik

30/05/2024 | Leestijd: 4 minuten

We hebben u dit jaar al meermaals geïnformeerd over de verplichte rapportering van gegevens die voor het eerst dient te gebeuren door de gemengde en gedeeltelijke btw-plichtigen. Op 8 april werd er reeds een eerste tolerantie gepubliceerd inzake de deadlines om deze informatie mee te delen. De administratie heeft op 23 mei 2024 nog bijkomende toleranties gepubliceerd over wie onder deze rapporteringsplicht valt en welke gegevens er moeten worden gerapporteerd. We houden u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in onderstaand artikel.

Twijfelt u of u als een gedeeltelijke of een gemengde btw-plichtige kwalificeert? Lees dan ons eerder artikel waar het onderscheid wordt toegelicht.

Tolerantie voor gedeeltelijke btw-plichtigen

Omdat de huidige wettelijke bepalingen over gedeeltelijke belastingplichtigen een erg brede draagwijdte kennen, wordt de draagwijdte de komende jaren bij ministeriële tolerantie op verschillende manieren beperkt:

  • Enkel grote ondernemingen (GO) moeten de gegevens meedelen. Voor de concrete invulling van het begrip GO verwijst de btw-administratie niet naar de wettelijke definitie zoals opgenomen in het WVV, maar naar het feit of een onderneming onder de bevoegdheid van de Administratie Grote Ondernemingen valt. Zo worden vb alle leden van een btw-eenheid aangemerkt als een GO, van zodra één van de leden als een GO kwalificeert. Ook welbepaalde activiteitensectoren worden sowieso als een GO aangemerkt.
  • Specifieke sectoren binnen grote ondernemingen, zoals de staat, de gemeenschappen, de gewesten, de provincies, de agglomeraties, de gemeenten en de openbare instellingen die gedeeltelijke belastingplichtige zijn, moeten die gegevens enkel meedelen wanneer zij voor hun handelingen binnen de werkingssfeer van de btw (belaste en vrijgestelde handelingen) gemengde belastingplichtige zijn én geopteerd hebben voor een btw-aftrek overeenkomstig het werkelijk gebruik. Zij zijn ontheven van de rapporteringsverplichting voor de handelingen die zij als niet-belastingplichtige stellen (buiten de werkingssfeer van de btw).

Tolerantie voor zowel gemengde als gedeeltelijke btw-plichtigen die het werkelijk gebruik toepassen: welke gegevens meedelen?

De tolerantie die werd gepubliceerd op 8 april 2024 liet zowel de gemengde als de gedeeltelijke btw-belastingplichtigen die het werkelijk gebruik toepassen toe om de gegevens over het werkelijk gebruik voor 2023 op te nemen op basis van schattingen. Dat moet ten laatste in de btw-aangifte over het tweede kwartaal 2024 of juni 2024 gebeuren, in te dienen uiterlijk 9 augustus 2024 (24 juli 2024 voor maandindieners die de maandelijkse teruggaaf wensen te genieten). Die tolerantie blijft. De definitieve cijfers moeten later dit jaar echter niet meer meegedeeld worden in de periodieke btw-aangifte over het derde kwartaal 2024 of november 2024. Belastingplichtigen die al schattingen hebben meegedeeld voor het jaar 2023, moeten dus dit jaar geen mededeling meer doen.

Zoals eerder aangegeven, moeten de gegevens over het werkelijk gebruik voor 2022 niet meegedeeld worden, noch door de gemengde, noch door de gedeeltelijke belastingplichtigen.

Tot slot zijn gemengde en gedeeltelijke belastingplichtigen die gratis een bedrijfsmiddel of een ander goed (bedrijfswagen, gsm …) ter beschikking stellen aan een zaakvoerder, bestuurder of personeelslid, die deze goederen privé-matig kan gebruiken, niet gehouden tot het meedelen van de verhoudingsgetallen die betrekking hebben op deze gratis terbeschikkingstelling. Dat geldt ook voor de gegevens die betrekking hebben op kosten van onthaal waarover geen btw in aftrek werd genomen (zoals bijvoorbeeld restaurantkosten).

De in rekening gebrachte btw over de aanschaffing van deze bedrijfsmiddelen en overige goederen moet wel nog mee opgenomen worden bij de toewijzing aan de verschillende bedrijfsafdelingen (bedrijfsafdeling met volledig recht op aftrek, bedrijfsafdeling met geen recht op aftrek, of toewijzing aan beide bedrijfsafdelingen), maar het staat de belastingplichtige vrij om het volledig btw-bedrag dat hem in rekening werd gebracht te gebruiken bij de rapportering, dan wel enkel het resterend btw-bedrag na toepassing van de aftrekbeperking.

Voorbeeld: het professioneel gebruik voor autokosten van een belastingplichtige bedraagt 35 %. De belastingplichtige kan kiezen om, bij de toewijzing aan de verschillende bedrijfsafdelingen, rekening te houden hetzij met het volledige btw-bedrag dat op de aankoopfactuur vermeld staat, hetzij enkel met het btw-bedrag dat overblijft na toepassing van de aftrekbeperking van 35 %. Het aftrekpercentage van 35 % moet daarentegen niet gerapporteerd worden als bijzonder verhoudingsgetal in de periodieke btw-aangifte.

Gezien de impact van deze nieuwe wetgeving, heeft de heer Minister zijn administratie gevraagd om voor het jaar 2024, in het kader van een eventueel fiscaal toezicht op de juiste toepassing ervan, een soepele houding aan te nemen in geval van een kennelijk onopzettelijke fout van een btw-belastingplichtige.

Conclusie

Voor de gedeeltelijke btw-plichtigen zijn de ‘kleine ondernemingen’ voorlopig ontheven van het meedelen van de gegevens en in de publieke sector zijn de ‘grote ondernemingen’ ontheven van de rapporteringsverplichting voor de handelingen die zij als niet-belastingplichtige stellen.

De gemengde en gedeeltelijke btw-plichtigen mogen zich in 2024 beperken tot het rapporteren van schattingen, waardoor het minutieus uitpluizen van de boekhoudsoftware kan worden vermeden.

Hoewel deze toleranties en toelichtingen reeds zeer welkom zijn, blijven er nog meerdere vragen openstaan. Wenst u assistentie bij de rapportering inzake het werkelijk gebruik, aarzel dan niet ons btw-team te contacteren.

#Tax & Legal #Btw-advies