Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #Business Legal #Business & International Tax #Corona #Buitenland #Belastingen

Minder dagen dan gepland in buitenland. Quid fiscaliteit?

donderdag 23/04/2020
Internationale tewerkstelling

In een internationale context vormt de fysieke plaats van tewerkstelling een belangrijk beoordelingspunt om te bepalen welk land belasting mag heffen over de toegekende vergoeding. 

Het is duidelijk dat aan werknemers meer en meer de vraag gesteld wordt om van thuis uit te werken. Dat komt er concreet op neer dat in een internationale context, de belastingheffing over de ontvangen vergoeding eerder zal verschuiven van het initiële ‘werkland’ naar het ‘woonland’. 

In de meeste gevallen wordt in zo’n geval gewerkt met een zogenaamde ‘tax equalisation’. De problematiek wordt verschoven naar de werkgever en de financiële impact op de werknemer blijft beperkt. Belangrijk is wel om de nodige aanpassingen door te voeren in de loonlijsten zodat de juiste bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden. 

Een algemene tolerantie om de hogergenoemde impact te vermijden is er niet. De Belgische administratie heeft met de ons omringende landen echter wel individuele akkoorden afgesloten. 

  • Belgische grensarbeiders die in Luxemburg werken, kennen de 24-dagenregeling, een tolerantie binnen het dubbelbelastingverdrag tussen België en Luxemburg (vice versa). Deze regeling voert een tolerantie in waardoor een (Belgische) grensarbeider, die zijn beroepsactiviteit gedurende maximum 24 dagen uitoefent buiten de staat waar hij gewoonlijk werkt (Luxemburg), toch volledig belastbaar blijft in laatstgenoemde staat (Luxemburg). Concreet wordt het de Belgische werknemer toegestaan om maximaal 24 dagen in België te werken, zonder dat deze dagen in België worden belast. Het dubbelbelasting-verdrag bevat een lijst met gevallen waarbij geen enkele dag mag worden meegeteld voor het toepassen van de 24-dagenregeling. Daar wordt onder meer het geval van overmacht vermeld. De Belgische en Luxemburgse autoriteiten zijn van oordeel dat de Coronacrisis een dergelijk geval van overmacht vormt. Bijgevolg werd beslist dat met ingang van zaterdag 11 maart 2020, de aanwezigheid van een grensarbeider in zijn woonplaats (België, met name om daar te telewerken) niet in aanmerking zal worden genomen voor de berekening van de 24 dagenregel. Deze maatregel is van toepassing tot 30 juni 2020. 
  • De bevoegde autoriteiten van België en Frankrijk hebben op 15 mei 2020 een akkoord gesloten dat duidelijkheid verschaft over de situatie van de grensarbeiders in de context van de COVID-19 gezondheidscrisis. Het akkoord bepaalt dat werknemers die ten gevolge van de COVID-19 gezondheidscrisis van thuis uit werken belastbaar kunnen blijven in de staat waar ze voorheen, voor het uitbreken van de crisis, hun beroepsactiviteit uitoefenden. Deze regeling is van toepassing vanaf 14 maart 2020 tot en met 30 juni 2020. Het akkoord geldt niet voor inwoners van Frankrijk die vallen onder het speciaal regime van de grensarbeiders (mededeling 13 maart 2020). 
  • België en Nederland hebben ook een akkoord gesloten om te vermijden dat grensarbeiders negatieve fiscale gevolgen ondervinden van de Coronacrisis. Concreet zullen de thuiswerkdagen van grensarbeiders vanaf 11 maart tot 31 mei beschouwd worden als dagen die werden gepresteerd in het land waar men tewerkgesteld is. Daardoor blijft het werkland dus belasting heffen op het inkomen. De overeenkomst met Nederland kan indien nodig verlengd worden na 31 mei. Er zijn ook specifieke bepalingen voorzien rond de belastbaarheid van de tijdelijke werkloosheidsuitkering door Corona. 
  • De bevoegde autoriteiten van België en Duitsland hebben op 6 mei 2020 ook een overeenkomst gesloten die duidelijkheid verschaft over de situatie van de grensarbeiders in de context van de COVID-19 gezondheidscrisis. De overeenkomst bepaalt dat werknemers die ten gevolge van de COVID-19 gezondheidscrisis van thuis uit werken belastbaar kunnen blijven in de staat waar ze voorheen, voor het uitbreken van de crisis, hun beroepsactiviteit uitoefenden. Deze regeling is van toepassing vanaf 11 maart 2020 tot tot en met 30 juni 2020.

Tenslotte zou telewerken ook een impact kunnen hebben op de sociale zekerheid van werknemers die grensoverschrijdend werken. De EG-Verordening nr. 883/2004 regelt de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels en bepaalt dat een werknemer die woont in de ene lidstaat en werkt in de andere lidstaat sociaal verzekerd is in het werkland. In geval van een substantiële activiteit in het woonland (d.w.z. minstens 25% van de arbeidstijd), zal de werknemer sociaal verzekerd zijn in het woonland. Aangezien op vandaag van werknemers wordt gevraagd om van thuis uit te werken, kan dit leiden tot een wijziging van de toepasselijke sociale zekerheidswetgeving. Het zou immers kunnen dat de werknemer door het telewerk een substantiële activiteit zal verrichten in het woonland, waardoor het woonland ineens de bevoegde lidstaat inzake sociale zekerheid wordt.

Gezien de uitzonderlijke situatie werd er beslist dat de periodes van telewerk die op Belgisch grondgebied door werknemers  worden verricht niet in aanmerking zullen genomen worden voor de beoordeling van de toepasselijke sociale zekerheidswetgeving. De neutralisatie van de gewerkte telewerkperiodes als gevolg van het Coronavirus zal de betrokken werknemers en bedrijven bovendien besparen van extra administratieve formaliteiten. Deze maatregel is van toepassing vanaf 13 maart 2020 (middernacht) en is tot nader order van toepassing.

Vind een antwoord op al uw vragen over deze Coronacrisis in onze speciale FAQ.

Laatste update: 04/06/2020

Neem contact op met één van onze experten

Bert Lutin

Bert Lutin

Partner Tax & Legal Services

Contact
An Lettens

An Lettens

Partner Tax & Legal Services

Contact