Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #Business & International Tax #Interest #Dividenden #Vennootschapsbelasting

Interesten zijn aftrekbaar volgens Cassatie

dinsdag 23/03/2021
Interesten zijn aftrekbaar

Zijn interesten van een lening die is aangegaan om zowel een kapitaalvermindering als dividenduitkering cashmatig te financieren, aftrekbaar in de vennootschapsbelasting?

Over deze vraag bestaat best wat controverse. Het Hof van Cassatie bracht meer duidelijkheid. Aftrekbaarheid kan, als objectief geargumenteerd en gedocumenteerd wordt waarom de lening in het zakelijke belang van de vennootschap is.

De feiten

Twee broers van respectievelijk 67 en 80 jaar oud verkopen hun werkvennootschap (OpCo) aan een derde partij (HoldCo). HoldCo sluit een banklening af op korte termijn om de aankoop van de aandelen te financieren. Kort na de overname van de OpCo-aandelen keert de werkvennootschap een ‘superdividend’ uit aan HoldCo, dat voornamelijk gefinancierd wordt door de banklening. OpCo trekt de interesten af van de belastbare basis.

Argumenten fiscus

De fiscus is het niet eens met deze aftrek. De aandelenovereenkomst is volgens hen in het belang van de verkopende broers. Zij realiseerden een aanzienlijke meerwaarde op de OpCo-aandelen. De aandelenovereenkomst is niet in het belang van de werkvennootschap zelf. Daarom moeten de interesten verworpen worden in de vennootschapsbelasting.

Argumenten OpCo

OpCo antwoordt daarop dat ze, met betrekking tot het boekjaar waarin de banklening ter financiering van de dividenduitkering werd afgesloten, weinig liquide middelen en uitstaande liquide vorderingen had. En dus had de werkvennootschap geen andere optie dan een banklening afsluiten. Meer nog: zonder banklening zou ze gedwongen zijn een deel van haar activa te verkopen die bedrijfsinkomsten genereren. Bovendien namen na de overname door HoldCo zowel de omzet als het personeelsbestand toe.

Uitspraak rechtbanken

OpCo wint de zaak in eerste aanleg, maar in hoger beroep geeft de rechtbank de fiscus gelijk. Volgens de rechter toont de werkvennootschap niet aan waarom de banklening haar in staat stelt haar eigen inkomen te behouden of te vergroten. Een redenering die in de rechtsleer veel kritiek krijgt.

Standpunt Hof van Cassatie

Op 12 december 2019 oordeelt het Hof van Cassatie dat het beroep van OpCo louter om procedurele redenen afgewezen moet worden. Uit een zorgvuldige lezing van die uitspraak blijkt wel dat het Hof de redenering van de beroepsrechter in zeker mate nuanceert. In wezen komt het allemaal neer op doorslaggevend bewijs: de werkvennootschap moet aantonen waarom de banklening in het structurele en zakelijke belang van de vennootschap is. Dat kan bijvoorbeeld zijn om het inkomen op peil te houden of te vergroten en zo continuïteit te verzekeren. Is dat voldoende bewezen, dan zijn de interesten voor de werkvennootschap fiscaal aftrekbaar.

Belgische rulingcommissie op dezelfde lijn

Op 11 september 2018 neemt de Belgische rulingcommissie een gelijkaardige beslissing. Ze komt tot de conclusie dat een vennootschap die een banklening aangaat, de interesten in mindering kan brengen om een kapitaalvermindering te financieren. Bij gebrek aan voldoende beschikbare cashflow zou ze anders genoodzaakt zijn activa te verkopen om zo cash te genereren.

Conclusie: documenteer expliciet

Wilt u de aftrek van interesten gedragen door uw vennootschap met het oog op een kapitaalvermindering en/of dividenduitkering maximaal verzekeren? Dan moet u als kredietnemer expliciet de objectieve en zakelijke redenen documenteren waarom de lening en de overeenkomstige interesten in het zakelijke belang van uw vennootschap zijn.

Neem contact op met één van onze experten

Wouter Brackx

Wouter Brackx

Partner Tax & Legal Services

Contact
Kurt De Haen

Kurt De Haen

Partner Tax & Legal Services

Contact