Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #HR Legal #Business & International Tax #Fiscaliteit

Betaald worden om niets te doen, en toch belast?

woensdag 14/12/2022
Betaald worden om niets te doen, en toch belast?

Hoe wordt de vergoeding van de ex-werknemer voor non-concurrentiebeding belast wanneer verschillende landen betrokken zijn? 

In heel wat arbeids- en bestuurdersovereenkomsten wordt een zgn. non-concurrentiebeding opgenomen. Dit wil zeggen dat de persoon die het bedrijf verlaat gedurende een bepaalde periode zijn of haar ex-werkgever niet mag beconcurreren binnen een gedefinieerde geografische zone. Soms gaat dit gepaard met de betaling van een ‘vergoeding’ aan de ex-werknemer of -bestuurder. Hoe wordt die vergoeding belast wanneer verschillende landen betrokken zijn? Op 21 september 2021 deed het Hof van Beroep een interessante uitspraak inzake dit fiscale vraagstuk.

De feiten

De heer X is fiscaal inwoner van België en werkte gedurende 23 jaar voor een internationale groep als ‘werknemer’. Vanaf 1 april 2008 werd hij door zijn Belgische werkgever gedetacheerd om tijdelijk te gaan werken bij een Franse groepsvennootschap. Gedurende deze periode was de heer X belastbaar in Frankrijk over zijn loon van Franse oorsprong. Als inwoner van België gaf hij niettemin zijn wereldwijd inkomen aan, maar genoot hij in België vrijstelling met progressievoorbehoud om dubbele belasting te minimaliseren.

Op 1 oktober 2010 kwam de detachering ten einde en ging de heer X terug aan de slag bij de Belgische groepsvennootschap. Op 4 juli 2011 nam hij ontslag. De heer X had gedurende zijn carrière wel heel wat know-how over de groep verworven en daarom sloot hij met een andere Belgische groepsvennootschap een niet-concurrentieovereenkomst af: als vergoeding voor zijn engagement geen fabrieksgeheimen wereldkundig te maken, kreeg hij in 2011 maar liefst 600.000 EUR uitbetaald waarop bedrijfsvoorheffing werd ingehouden in België. Deze betaling werd vermeld op een fiche 281.10 op naam van de heer X en deze loonstaat werd bij de Belgische fiscus ingediend door de betrokken Belgische vennootschap.

De heer X was het echter niet eens met deze werkwijze: hij vond niet dat de ganse niet-concurrentievergoeding belastbaar moest zijn in België, maar dat ook een deel in Frankrijk moet worden belast.

Waarom?

De insteek van de heer X is vrij duidelijk: wanneer de totale vergoeding in België wordt belast, zal het bedrag wat hij netto op rekening overhoudt zeer wellicht lager zijn dan wanneer hij de belastbare basis kan verdelen over België en Frankrijk en op die manier per saldo in lagere belastingschalen terechtkomen. De slotsom is dat de heer X dan vermoedelijk netto meer overhoudt van het brutobedrag van 600.000 EUR.

Impact van het dubbelbelastingverdrag België – Frankrijk?

Omdat zowel België als Frankrijk in de belastingheffing van de niet-concurrentievergoeding betrokken zijn, moet naast de interne wetgeving van beide landen ook het tussen beide landen afgesloten dubbelbelastingverdrag geanalyseerd worden.  

Merk op dat het verdrag met Frankrijk het allereerste ooit is wat België destijds heeft afgesloten. Recent is er na vele jaren een nieuwe overeenkomst tussen beide landen afgesloten, maar het oude verdrag is nog van toepassing op de casus van de heer X.

Hoe moet dat verdrag nu precies worden toegepast op een ‘niet-concurrentievergoeding’? Dat blijkt geen evidente vraag te zijn …

Je zou vermoeden dat het artikel inzake ‘werknemersverloning’ aan zet is. De Belgische fiscus heeft zich daar in het verleden evenwel tegen verzet omdat een persoon slechts recht heeft op een niet-concurrentievergoeding wanneer hij of zij zich engageert om bepaalde handelingen niet te stellen. Kan je dan van een ‘loon’ spreken?

Evolutie in rechtspraak en administratieve richtlijnen

Om die reden meende de Belgische fiscus ooit dat veeleer het ‘restartikel’ van toepassing is wat meteen ook betekent dat enkel België als woonstaat van de genieter de vergoeding mag belasten. En dat komt de Belgische Schatkist budgettair zeer goed uit.   

Zowel de Belgische rechtspraak als administratieve richtlijnen hebben nadien een ferme bocht genomen en vooralsnog besloten tot toepassing van het ‘werknemersartikel’ van het dubbelbelastingverdrag waardoor zowel woonstaat (België) als werkstaat (deels ook Frankrijk in de casus van de heer X) heffingsbevoegd kunnen worden.  Een mijlpaalarrest is een arrest van 11 december 2008 van het Hof van Cassatie. De circulaire van 25 mei 2005 van de fiscus kwam tot dezelfde conclusie.

Wat zegt de Luikse rechter op 21 september 2021?

Het Hof van Beroep van Luik schaart zich achter de hierboven beschreven interpretatie en vonnist dat het ‘werknemersartikel’ van het Belgisch-Franse dubbelbelastingverdrag moet worden losgelaten op de feiten van de heer X. 

Maar … hoe doe je dat dan precies?

De klassieke toepassing van het werknemersartikel komt er, samengevat, op neer dat de werkstaat (Frankrijk in dit geval) belasting mag heffen over een traditioneel ‘loon’ in de mate dat de werknemer beroepsprestatiesaan de dag legde ‘in’ die werkstaat. En hier kan het schoentje knellen, want de heer X geniet een niet-concurrentievergoeding als hij niets doet (lees: geen fabrieksgeheimen prijsgeeft). En nu?

In de internationale fiscale praktijk kunnen we diverse manieren onderscheiden om een dergelijke vergoeding te belasten en dit illustreert de complexiteit van dit vraagstuk. Echter, de circulaire van 25 mei 2005 lijkt te kennen te geven dat naar de mening van de Belgische fiscus een niet-concurrentievergoeding belast moet worden in het land waar de betrokken persoon fiscaal inwoner is op het moment dat hij de non-concurrentiebepaling nakomt. 

Om die reden concludeert het Hof van Beroep van Luik dat de volledige niet-concurrentievergoeding een in België belastbaar beroepsinkomen is voor de heer X. Kortom, de rechter was de gedachte niet genegen om een deel van de vergoeding te laten belasten in Frankrijk gelet op de feiten van die casus. Slecht nieuws dus voor de heer X. 

Mogelijks had een andere duidelijke bewoording van de non-concurrentieovereenkomst een andere fiscale behandeling mogelijk kunnen maken?

Neem contact op met één van onze experten

Tanja De Landtsheer

Tanja De Landtsheer

Senior Associate Tax & Legal Services

Contact
Sofie De Wachter

Sofie De Wachter

Manager Tax & Legal | Business & International Tax

Contact