Vraag uw vermindering van onroerende voorheffing aan voor 1 april 2025

Niet-gemeubileerd gebouwd onroerend goed

Enkel niet-gemeubileerde onroerende goederen komen in aanmerking voor de vermindering. (Bouw)gronden of gemeubileerde woningen vallen buiten deze regeling.

Onvrijwillige improductiviteit

Als belastingplichtige moet u aantonen dat de leegstand en improductiviteit buiten uw wil lagen. De onvrijwillige improductiviteit kan bijvoorbeeld als volgt worden bewezen:

• Bij leegstand: via een overzicht van verbruik van water, gas en elektriciteit dat de volledige periode van improductiviteit aantoont (historisch overzicht, afrekeningen) of via een attest van de gemeente, politie of andere officiële instantie;
• Bij afbraak: via een document met de begin- en einddatum van de afbraak, een factuur van de afbraakwerken of gedateerde foto’s van de afbraak of door een kopie van het formulier 43B;
• Bij verbouwingen: via de begin- en einddatum en volgens de facturen van de uitgevoerde werken;
• Bij tehuur- of tekoopstelling: via de door de opdrachtgever en door de vastgoedmakelaar opdracht tot verhuring of tot verkoop, met vermelding van de periode van het verhuur- of verkoopmandaat of via een zoekertje op Immoweb of soortgelijke websites;
• Bij een lopende rechtszaak of gerechtelijke procedure: via een vonnis;
• Bij bodemverontreiniging: bijvoorbeeld door middel van het voorleggen van het oriënterend of beschrijvend bodemonderzoek.

Volstrekt ongebruikt en onproductief

Het niet-gemeubileerd gebouw moet volstrekt ongebruikt én onproductief zijn. De begrippen ongebruikt en onproductief moeten cumulatief begrepen worden. De voorwaarde van een ongebruikt gebouw is niet nageleefd wanneer de eigenaar of een derde op enige wijze gebruik maakt van het gebouw, zelfs bij de gratis terbeschikkingstelling van één enkele kamer in het onroerend goed aan een derde. De voorwaarde van een onproductief gebouw betekent dat het onroerend goed geen inkomsten mag hebben opgeleverd.

Improductiviteit van minstens 90 dagen

De improductiviteit moet tijdens het aanslagjaar minstens 90 dagen geduurd hebben. Dit hoeft geen aaneensluitende periode te zijn. Alle tijdperken in het aanslagjaar van volledige niet-ingebruikneming en improductiviteit worden meegerekend om te bepalen of dit minimaal 90 dagen betreft. De belastingplichtige kan via alle rechtsmiddelen aantonen of aan deze voorwaarde is voldaan.

Procedure

Als u van mening bent dat u in aanmerking komt voor deze vermindering van onroerende voorheffing, kan u bezwaar indienen tegen het ontvangen aanslagbiljet bij de Vlaamse Belastingdienst. Het aanslagbiljet moet altijd eerst betaald worden voordat het bezwaar in behandeling kan worden genomen. Vermits de improductiviteit van een onroerend goed een uitzonderlijke situatie is, moet deze proportionele vermindering elk jaar opnieuw worden aangevraagd.

U heeft in principe tijd tot en met 31 maart van het jaar dat volgt op het aanslagjaar waarvoor u een proportionele vermindering aanvraagt. Voor de onroerende voorheffing loopt het aanslagjaar gelijk met het inkomstenjaar.

Bijvoorbeeld: Het onroerend goed heeft voor 4 maanden leeggestaan en is improductief geweest gedurende het jaar 2024 en u heeft het aanslagbiljet onroerende voorheffing aanslagjaar 2024 ontvangen in augustus 2024. Dan heeft u tijd om bezwaar in te dienen tegen het aanslagbiljet tot en met 31 maart 2025.

Als u het aanslagbiljet echter ontvangt in een ander jaar dan het jaar waarvoor de aanslag geldt, dan geldt de gewone bezwaartermijn van 3 maanden.

Vergelijking met het Waalse en Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

Voor gebouwen gelegen in het Waalse Gewest is een gelijkaardige regeling van toepassing, met dat verschil dat de improductiviteit een minimumduur moet hebben van 180 dagen. Het verzoek tot vermindering moet bij de Waalse belastingadministratie worden ingediend binnen de zes maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Voor onroerende goederen gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is er geen mogelijkheid tot vermindering van de onroerende voorheffing wegens improductiviteit.

Vernield (voorheen gebouwd) onroerend goed

Een proportionele vermindering van de onroerende voorheffing is ook mogelijk voor vernielde onroerende goederen in het Vlaamse Gewest, mits:

• het pand volledig of gedeeltelijk vernield is (minstens 25% van het kadastraal inkomen);
• de vernieling werd veroorzaakt door een ramp (bv. brand of instorting).

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest bestaat geen gelijkaardige regeling voor vernielde gebouwen.

Denkt u in aanmerking te komen voor een vermindering van de onroerende voorheffing door improductiviteit? Neem contact met ons op voor het opstellen van uw bezwaarschrift.