Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #Business & International Tax #Meerwaardebelasting

Nieuwe update over de meerwaardebelasting: wat moet u weten?

30/04/2025 | Leestijd: 4 minuten
Hovik Begian
Hovik Begian
Director Tax & Legal
Contact

Meer dan twee maanden na het regeerakkoord zijn de krijtlijnen van de aangekondigde “solidariteitsbijdrage” of meerwaardebelasting concreter geworden. De eerste wetsontwerpen geven een beeld van de toekomstige regeling, die op 1 januari 2026 in werking zou treden. We zetten de belangrijkste punten overzichtelijk voor u op een rij.

In 't kort

Meerwaarden op aandelen, fondsen, crypto en andere financiële activa worden belast aan 10%.
Vrijstelling op de eerste €10.000 per jaar, of volledig na 10 jaar bezit (behalve bij aanmerkelijk belang).
Bij participaties >20% geldt een zwaarder regime, met progressieve tarieven boven €1 miljoen.
Inwerkingtreding op 1 januari 2026; slotkoers op 31/12/2025 bepaalt de startwaarde.

Wie wordt getroffen?

De meerwaardebelasting zal van toepassing zijn in de personenbelasting en de rechtspersonenbelasting (o.a. vzw’s, private stichtingen). Ook niet-commerciële entiteiten ontsnappen dus niet aan de nieuwe belasting.

Welke activa?

De belasting viseert meerwaarden gerealiseerd op ‘financiële activa’, waaronder:

  • financiële instrumenten (aandelen, obligaties, ETF’s, derivaten, enz.)
  • bepaalde verzekeringsproducten, onder specifieke voorwaarden (tak 21, tak 23, tak 26)
  • crypto-activa
  • valuta, inclusief beleggingsgoud

Uitzonderingen zijn voorzien voor pensioenfondsen, groepsverzekeringen en aandelen waarvoor belastingvoordelen voor start-ups of kmo’s werden toegekend.

Wanneer is belasting verschuldigd?

De heffing treedt enkel op bij overdracht onder bezwarende titel buiten het beroepskader. Schenkingen, erfrechtelijke overdrachten en inbrengen in huwelijksgemeenschappen worden vrijgesteld, hoewel bij latere verkoop door de begiftigde alsnog belasting verschuldigd kan zijn. In dat geval houdt de fiscus rekening met de aanschaffingswaarde van de oorspronkelijke schenker.

Daarnaast worden enkele situaties gelijkgesteld met een overdracht onder bezwarende titel:

  • de uitkering bij leven van kapitalen en afkoopwaarden van levensverzekeringscontracten en kapitalisatieverrichtingen. Uitkeringen bij overlijden of bij een wijziging tussen fondsen vallen hier niet onder;
  • de verhuis van de fiscale woonplaats of zetel van fortuin naar het buitenland (‘exit tax’), met heffing op latente meerwaarden. Hierbij rijzen juridische vragen over de conformiteit met het EU-recht. Het Hof van Justitie oordeelde eerder dat een onmiddellijke inning of zware zekerheidsstelling strijdig kan zijn met de vrijheid van vestiging;
  • elke overdracht (bijv. ook een schenking) aan een niet-inwoner. Ook dit wordt beschouwd als een overdracht onder bezwarende titel, met gelijkaardige vragen over EU-rechtelijke gelijke behandeling.

Algemeen regime: 10% belasting

In het standaardregime geldt een tarief van 10% op gerealiseerde meerwaarden. Er is een jaarlijkse belastingvrije drempel van €10.000, met beperkte overdraagbaarheid van niet-gebruikte vrijstelling gedurende 1 jaar.

Een bijkomende vrijstelling geldt voor activa die minstens 10 jaar onafgebroken worden aangehouden. Deze uitzondering geldt niet onder het regime van aanmerkelijk belang of het regime van interne meerwaarden (zie verder).

Bijzonder regime: aanmerkelijk belang

Voor belastingplichtigen die, alleen of samen met verwanten (tot en met de vierde graad) of hun echtgenoot, op enig moment in de afgelopen 10 jaar minstens 20% aanhielden in een vennootschap (rechtstreeks of via een holding), geldt een afwijkend tarief:

  • vrijstelling op de eerste €1 miljoen aan meerwaarden (geïndexeerd voor AJ 2027);
  • progressieve tarieven:
    1,25% tussen €1 miljoen en €2,5 miljoen
    2,25% tussen €2,5 miljoen en €5 miljoen
    5% tussen €5 miljoen en €10 miljoen
    10% boven €10 miljoen

Ook wie inmiddels onder de 20%-drempel is gezakt, maar ooit aan de voorwaarde voldeed binnen de voorbije 10 jaar, blijft onder dit regime vallen.

Interne meerwaarden: 33% heffing

Bij verkoop aan een vennootschap waarin de overdrager (al dan niet via familie tot tweede graad) controle uitoefent, geldt een afzonderlijke heffing van 33% op de meerwaarde. Dit moet misbruik bij inbrengen in eigen holdings tegengaan.

Meerwaarden gerealiseerd bij inbrengverrichtingen blijven vrijgesteld van belasting, ongeacht of aan de voorwaarden van de Europese fusierichtlijn is voldaan. Zoals nu het geval is, wordt bij inbreng een belaste reserve in kapitaal gevormd op het niveau van de overnemende vennootschap.

Waardering: hoe wordt de belastbare meerwaarde berekend?

De belastbare meerwaarde is het positieve verschil tussen de verkoopprijs en de aanschaffingswaarde van het actief, exclusief kosten. Minderwaarden mogen enkel worden verrekend binnen dezelfde fiscale categorie (zoals bedoeld in het nieuwe artikel 90, lid 1, 9°, a), b) of c) WIB).

De aanschaffingswaarde wordt bepaald als volgt:

  • voor beursgenoteerde activa: slotkoers op 31 december 2025;
  • voor niet-beursgenoteerde activa: de hoogste van:
    waarde bij overdracht tussen onafhankelijke partijen in 2025;
    waarde bij oprichting of kapitaalverhoging in 2025;
    contractuele waardering;
    eigen vermogen + 4x EBITDA;
  • alternatief: onafhankelijke waardering door een bedrijfsrevisor of gecertificeerd accountant vóór eind 2026;
  • voor aandelen of opties onder de Aandelenoptiewet van 26 maart 1999:
    waarde bij uitoefening (aandelen);
    marktwaarde bij mogelijke uitoefening (opties);
  • voor aandelen verkregen met prijsreductie: waarde op het moment van verwerving.

Bij meerdere gelijkaardige activa geldt een gewogen gemiddelde. Is de historische aanschaffingswaarde hoger dan de waarde op 31 december 2025? Dan mag de hogere waarde worden gebruikt, mits bewijs.

Voor levensverzekeringen geldt het verschil tussen de uitkering en de gestorte premies als belastbare basis.

Belasting wordt enkel geheven op waardestijgingen tijdens de periode dat de belastingplichtige Belgisch rijksinwoner was.

Afschaffing bestaande regelingen

Met de invoering van deze meerwaardebelasting verdwijnen enkele bestaande regelingen:

  • de 16,5%-heffing bij verkoop van een aanmerkelijk belang aan een niet-EER-vennootschap;
  • de Reynderstaks;
  • de toets op ‘abnormaal beheer’ van financiële activa. Voor niet-financiële activa (zoals kunst) blijft die toets wel bestaan.

Heffing en discretie

De meerwaardebelasting zal in principe via bronheffing door Belgische tussenpersonen worden geïnd. Wie daarvan afziet, kan via de aangifte vrijstellingen (zoals de eerste €10.000) inroepen, maar geniet dan minder discretie tegenover de fiscus.

Inwerkingtreding

De regeling geldt voor meerwaarden gerealiseerd vanaf 1 januari 2026. Enkel waardestijgingen vanaf die datum worden belast, waarbij de waarde op 31 december 2025 als uitgangspunt geldt, tenzij een hogere historische waarde kan worden bewezen.

Conclusie

Hoewel de contouren nu duidelijker zijn, blijven er veel vragen over de praktische toepassing en interpretatie van de nieuwe regels. Vooral inzake exit-tax en participaties onder de 20% is nog verduidelijking nodig. Politieke onderhandelingen en verfijningen volgen ongetwijfeld nog. Wij houden u op de hoogte.

Neem contact op met één van onze experten

#Tax & Legal #Business & International Tax #Meerwaardebelasting