De maximale boetegrenzen die kunnen worden opgelegd door de fiscale administratie zijn afhankelijk van de aard van de overtreding en van de frequentie of herhaling van de overtreding. Er dient namelijk een onderscheid te worden gemaakt tussen (1) onvrijwillige overtredingen (die niet gesanctioneerd worden), (2) overtredingen die niet toe te schrijven zijn aan de kwade trouw of aan het opzet van de belastingplichtige om belastingen te ontduiken en (3) overtredingen die wel toe te schrijven zijn aan kwade trouw of aan het opzet om belastingen te ontduiken. Het spreekt dan ook voor zich dat overtredingen van dit laatste type onmiddellijk in een hogere boeteschaal zullen vallen dan deze van het tweede type overtreding.

Noteer tevens dat: zowel het niet indienen, als het laattijdig, het onvolledig of het onjuist indienen van de verrekenprijs documentatie - al dan niet met het opzet de belastingen te ontduiken - als overtreding zal worden beschouwd in het kader van deze wetgeving.