Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #Business & International Tax #Personenbelasting #Aangifte #Dubbelbelastingverdrag

Internationale tewerkstelling: geen spel zonder grenzen

vrijdag 18/10/2019
Internationale tewerkstelling

Naar aanleiding van het opmaken van de aangiftes personenbelasting, merken we dat er in belangrijke mate internationalisering plaatsvindt. Niet enkel opereren bedrijven over de grenzen heen, ook hun betreffende medewerkers zijn vaak in verschillende landen (tegelijk) werkzaam, al dan niet tijdelijk.

Een internationale tewerkstelling brengt ook steeds een bepaalde belastingplicht met zich mee. Als je in verschillende landen tegelijk tewerkgesteld bent, stelt zich immers de vraag waar je vergoeding belastbaar is.

Gelieve te noteren dat onderstaande analyse enkel het belastingaspect van de verloning behandelt, zonder in te gaan op eventuele sociale zekerheidsaspecten. Bovendien betreft onderstaand een praktische toelichting omtrent het algemene artikel in het dubbelbelastingverdrag België-Nederland, van toepassing op Belgische werknemers tewerkgesteld in Nederland. Daar elke specifieke situatie verschillend is, dient aan de hand van de feiten steeds concreet bepaald te worden waar je als individu belastbaar zal zijn op je inkomen. Wel mag worden benadrukt dat in de meeste door België afgesloten verdragen een clausule werd opgenomen die in lijn ligt met deze zoals opgenomen in het Belgisch-Nederlands dubbelbelastingverdrag.

Relevante wetgeving en praktische invulling

Artikel 15 van het Belgisch-Nederlands dubbelbelastingverdrag bepaalt waar een vergoeding die in Belgisch-Nederlandse context wordt behaald, belastbaar is. Het artikel is redelijk complex opgesteld, maar kan vanuit praktisch oogpunt als volgt gelezen worden:

In principe ben je belastbaar in de staat waar je fiscaal inwoner bent (België), tenzij je je activiteiten fysiek uitoefent in een andere lidstaat (Nederland). Dit betekent concreet dus dat Belgische werknemers in Nederland belastbaar zijn, in de mate dat ze werkzaam zijn op Nederlandse bodem.

Hierop bestaat opnieuw een uitzondering: ook al werken Belgische werknemers op Nederlandse bodem, toch zal enkel België belasting mogen heffen over het door hen ontvangen inkomen indien

  • de werknemers minder dan 183 dagen in Nederland verblijven gedurende een tijdvak van 12 maanden; EN
  • de vergoeding van de werknemers betaald wordt door een niet-Nederlandse vennootschap; EN
  • de vergoeding van de werknemers ook niet ten laste komt van een Nederlandse vaste inrichting van de Belgische vennootschap.

Concrete situaties

Uit bovenstaande kan als volgt besloten worden:

  • Belgische werknemers die minder dan 183 dagen in Nederland werken, betaald worden door een Belgische vennootschap die niet over een Nederlandse vaste inrichting beschikt (en er bestaat ook geen materiële werkgever in Nederland): België is heffingsbevoegd.
  • Belgische werknemers die minder dan 183 dagen in Nederland werken, betaald worden door een Nederlandse vennootschap (of waarvan de loonkost ten laste valt van een Nederlandse vennootschap): Nederland is heffingsbevoegd, vanaf dag 1.
  • Belgische werknemers die minder dan 183 dagen in Nederland werken, betaald worden door een Nederlandse vaste inrichting van een Belgische vennootschap (of waarvan de loonkost ten laste valt van een Nederlandse vaste inrichting): Nederland is heffingsbevoegd, vanaf dag 1.

Bovenstaande analyse kan doorgetrokken worden indien een deel van de vergoeding ten laste komt van Nederland (bv. van de vaste inrichting) en een deel ten laste blijft van het Belgische hoofdkantoor. Alsdan zal er – zonder in detail te willen treden - toepassing gemaakt kunnen worden van een zogenaamde salary split. Dit betekent enerzijds concreet dat het deel van de vergoeding dat betrekking heeft op de dagen fysieke tewerkstelling in Nederland, waarvan het loon ook ten laste komt van de Nederlandse inrichting, belastbaar zal zijn in Nederland. Anderzijds zal het deel van de vergoeding dat betrekking heeft op de dagen dat de betreffende werknemer in België werkzaam is (of in een derde land/niet Nederland werkzaam is) niet in Nederland maar wel in België belastbaar zijn. Voor de volledigheid: de vergoeding die in Nederland belastbaar is, zal in België in de aangifte vermeld worden en meteen ook worden vrijgesteld, maar zal wel een invloed hebben door het zogenaamde progressievoorbehoud. Bovendien dient ook steeds bekeken te worden in welke mate er gemeentebelasting verschuldigd is op het in België ‘vrijgestelde’ inkomen.

Praktisch toepassingsgeval: algemene doorrekening

Uit de praktijk blijkt dat in situaties waar er door werknemers slechts beperkte periodes van verblijf in het buitenland bestaan, deze kosten niet rechtstreeks ten laste komen te liggen van de buitenlandse onderneming. In dergelijke situaties, wordt er veelal gewerkt met een doorrekening van een algemene management fee, waarbij niet nader gedetailleerd wordt voor welke specifieke activiteiten deze fee wordt aangerekend. In deze laatste situatie ligt het belang in de omschrijving van onderliggende documenten omtrent de doorrekening van de algemene management fee. Indien de werknemerskosten (individueel) te herleiden zijn, zou de fiscus kunnen stellen dat de Nederlandse vennootschap de materiële werkgever is. Alsdan zou vanaf dag 1 belastbaarheid in Nederland bestaan voor de werknemers. Inclusief eventuele sociale zekerheidspremies/zorgverzekering etc.

Belgische werknemers die minder dan 183 dagen in Nederland werken, betaald worden door een Belgische vennootschap en waarbij de Belgische vennootschap een algemene management fee aanrekent aan de Nederlandse vennootschap, zijn in principe op hun volledige vergoeding belastbaar in België (tenzij uit de algemene management fee kan afgeleid worden dat de loonkosten werden doorgerekend en aldus ten laste komen te liggen van de Nederlandse vennootschap/vaste inrichting).

In voorgaande situatie zal de Belgische vennootschap wel belastbaar zijn in Nederland op de vergoeding die zij ontvangt uit de Nederlandse vennootschap. De Nederlandse aangifte vennootschapsbelasting voor de Belgische vennootschap zal alsdan bestaan uit de management fee minus de toerekenbare loonkosten. De tarieven van de vennootschapsbelasting en niet de personenbelasting zijn in dat geval van toepassing voor de vennootschap. Dit staat uiteraard los van de beoordeling hoe en waar het loon vanuit de Belgische vennootschap moet worden belast.

Belangrijke opmerking: bij een vaste inrichting is het o.i. niet mogelijk te werken via een algemene managementvergoeding, aangezien de vennootschap moeilijk een vergoeding aan zichzelf kan betalen. In dat geval is het loon toerekenbaar aan de Nederlandse activiteiten. De werknemer zal vanaf dag 1 in Nederland belastbaar zijn.

Indien de betreffende werknemers hun activiteiten effectief slechts een beperkt aantal dagen zullen uitoefenen op Nederlandse bodem, dan kan er gewerkt worden met dergelijke algemene management fee. Dit wordt tevens expliciet bevestigd op de website van de Nederlandse rijksdienst. Mits er sprake is van uitzending binnen concernverhouding, zal max 60 dagen geen probleem vormen.

In de praktijk komt het veelvuldig voor dat binnen een internationaal concern werknemers in het kader van een uitwisselingsprogramma of loopbaanontwikkeling voor een korte duur naar andere, buitenlandse concernonderdelen worden uitgezonden (zie voorbeeld 4 hiervoor). Ook komt het vaak voor dat kortdurende uitzending van werknemers binnen concernverhouding plaatsvindt vanwege de specifieke deskundigheid van de werknemer binnen het concern. Met name binnen kennisintensieve organisaties is dit zeer gebruikelijk. Doorgaans is het verblijf van de werknemer in de andere staat slechts van voorbijgaande, kortstondige aard, zodat van regulier meewerken in de onderneming of aan projecten van de inlenende concernvennootschap vaak geen sprake is. Gesteld kan worden dat gelet op het kortdurende verblijf de gezagsverhouding met de inlenende vennootschap in deze situatie ontbreekt, omdat de werkzaamheden geen geïntegreerd onderdeel uitmaken van de normale bedrijfsactiviteiten van de inlenende vennootschap. Bovendien ontbreken in het algemeen ook andere elementen om van een gezagsverhouding uit te gaan. Uit praktische overwegingen ga ik er op voorhand in de hierboven omschreven situaties van uit dat buitenlandse werknemers die binnen concernverhouding niet langer dan in totaal 60 werkdagen per 12-maandsperiode in Nederland tewerk zullen worden gesteld, voor de uitleg van het begrip werkgever in de 183-dagenregeling in het belastingverdrag niet tot het Nederlandse concernonderdeel of de Nederlandse concernonderdelen in gezagsverhouding staan (derhalve geen heffing in Nederland). Hierbij zijn de volgende omstandigheden van belang. De 60-dagenregel geldt niet als de werknemer in Nederland meer dan 183 dagen verblijft. De 60-dagenregel moet per 12-maandsperiode worden getoetst, ook als de 183-regeling van het belastingverdrag uitgaat van het kalender- of belastingjaar. Voor het begrip werkdagen wordt verwezen naar HR 23 september 2005, nr. 40 179 (LJN: AP1424), zodat ook ziektedagen als werkdagen kunnen meetellen. Als werknemers langer dan in totaal 60 werkdagen per 12-maandsperiode in Nederland tewerk worden gesteld, geldt het hierboven opgenomen uitgangspunt niet. In die situatie moet vanaf de eerste dag van tewerkstelling worden getoetst of sprake is van een verdragswerkgever in Nederland, zoals bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, van het dienstbetrekking artikel.

Ingeval het voorafgaande evenwel tot dubbele vrijstelling zou leiden, omdat het andere verdragsland ook geen belasting heft, zal worden bezien of hierover overleg met dat andere land nodig is.

Uiteraard kan het risico op een mogelijke aanpassing en daarbij horende rentes/boetes door de Nederlandse fiscus niet volledig worden uitgesloten, mocht nadien blijken dat het toch om langere periodes zou gaan. Vandaar dat goede advisering in deze onontbeerlijk is. Komt de Nederlandse fiscus naar aanleiding van een fiscale controle tot de conclusie dat er effectief belastbaarheid in Nederland was, zullen de loonbelasting en eventuele sociale premies worden nageheven. De naheffingsaanslagen worden opgelegd met daarbovenop belastingrente en boetes.

Neem contact op met één van onze experten

Sofie De Wachter

Sofie De Wachter

Manager Tax & Legal | Business & International Tax

Contact
An Lettens

An Lettens

Partner Tax & Legal Services

Contact