Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #Btw #Europa #Wetswijziging #Aangifte #Belastingen

Btw op eigen werk in onroerende staat: wetswijziging toegelicht

maandag 26/03/2018
VAT on your own construction work

Op 29 november 2017 werd het BTW – Wetboek gewijzigd op enkele punten. Op 12 februari heeft de administratie deze wetswijziging toegelicht (Circulaire 2018/C/20). In dit artikel willen we even stilstaan bij de gevolgen van de wetswijziging voor vennootschappen die hun eigen bedrijfsgebouw oprichten of hieraan zelf herstellings-, onderhouds- of reinigingswerken uitvoeren.

Vroegere situatie

Wanneer een btw – belastingplichtige zijn eigen bedrijfsgebouw oprichtte voor zijn economische activiteit, verrichte deze op basis van artikel 19, §2, 1e lid W.BTW een dienst aan zichzelf. Hiervoor diende een “stuk” (interne factuur) te worden opgesteld met als maatstaf van heffing “de normale waarde” van de verrichte diensten en daarover 21% btw gerekend. De normale waarde is de prijs dewelke tussen twee onafhankelijke partijen zou worden aangerekend voor deze werken. De btw kon dan door die belastingplichtige vervolgens terug in aftrek worden genomen in de mate dat deze recht op aftrek had. Voor nieuwe gebouwen geldt een herzieningstermijn van 15 jaar. Dus de btw op de normale waarde was onderworpen aan de 15- jarige herzieningstermijn.

Voorbeeld
Bij de oprichting van een nieuw gebouw door de vennootschap voor zijn btw- plichtige activiteit werd voor 500.000 EUR (excl. Btw) aan materiaal aangekocht. Mochten zij de oprichting door een derde – aannemer hebben laten doen, dan zou dit 800.000 EUR hebben gekost. Er zou in dit geval een intern stuk voor een dienst aan zichzelf voor 800.000 EUR + 21% btw (168.000 EUR) moeten worden opgemaakt. De btw kon door de vennootschap in dezelfde aangifte terug in aftrek worden gebracht, maar was wel onderworpen aan de 15-jarige herzieningstermijn.

Op de vingers getikt door Europa

De Europese commissie had kritiek geuit over de verenigbaarheid van onze wetgeving met de Europese regelgeving. De Europese regelgeving bepaalt namelijk dat als voorwaarde voor de gelijkstelling met een dienst onder bezwarende titel, de bedoelde belastingplichtige geen volledig recht op aftrek van de belasting zou hebben (artikel 27, van de btw-richtlijn). Onze nationale wetgeving was te ruim omdat de gelijkstelling met een dienst gold voor alle belastingplichtigen, ongeacht zij volledig, gedeeltelijk of geen recht op aftrek hadden.

Wetswijziging

De wetswijziging van 29 november 2017 heeft ons Belgisch BTW – wetboek in lijn gebracht met de Europese regelgeving, door artikel 19, §2 aan te passen. Voortaan zal de belastingplichtige op het moment van de voltooiing van de werken niet langer geacht worden een met een dienst onder bezwarende titel gelijkgestelde handeling te verrichten. De belastingplichtige zal derhalve op dat moment ook geen “stuk” (interne factuur) meer moeten opmaken dat die belastbare handeling vaststelt en hij zal evenmin nog btw moeten afdragen over een dergelijke handeling. De oprichting van een nieuw gebouw blijft nog wel een bedrijfsmiddel, Derhalve zal de btw die volledig in aftrek werd gebracht over de uitgaven die werden verricht om het gebouw op te richten (bv. de aankoop van materialen) moeten worden beschouwd als btw geheven van bedrijfsmiddelen die onderworpen is aan herziening gedurende een termijn van 15 jaar. De nodige gegevens moeten derhalve worden opgenomen in de tabel der bedrijfsmiddelen om dit te kunnen opvolgen.

Het essentiële verschil tussen de oude en de nieuwe regeling op het vlak van de herzieningsverplichting is dus de omvang van het btw-bedrag dat aan herziening onderworpen is mocht het gebouw na de oprichting een gehele of gedeeltelijke bestemmingswijziging ondergaan die geen recht op btw- aftrek verleent. Onder de oude regeling was het btw-bedrag dat aan herziening is onderworpen bij de oprichting van een gebouw, immers het volledig in aftrek gebrachte btw-bedrag dat verschuldigd werd over de met een dienst verricht onder bezwarende titel gelijkgestelde handeling, berekend over de normale waarde. Onder de nieuwe regeling is het voor herziening vatbare btw-bedrag daarentegen beperkt tot het volledig in aftrek gebrachte btw-bedrag dat verschuldigd werd over de uitgaven die werden gedaan om het gebouw op te richten.  

In ons voorbeeld zal voor de oprichting van hetzelfde gebouw, waarbij voor 500.000 EUR aan materiaal werd aangekocht, slechts 105.000 EUR btw aan de 15 – jarige btw herzieningstermijn onderworpen zijn (ipv 168.000 EUR onder de oude wetgeving).

Neem contact op met één van onze experten

Bert Derez

Bert Derez

Partner Tax & Legal Services

Contact
Karolien Vanmeerhaeghe

Karolien Vanmeerhaeghe

Director Tax & Legal Services

Contact