Overslaan en naar de inhoud gaan
#Vruchtgebruik #VLABEL #Belastingen #Erfbelasting #Schenking

Vlabel teruggefloten door Raad van State inzake de gesplitste verkrijging en inschrijving van blote eigendom en vruchtgebruik

woensdag 29/08/2018
VLABEL overruled

Na een jarenlange betwisting tussen belastingplichtigen en de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel), heeft de Raad van State het standpunt van Vlabel inzake gesplitste verkrijging en gesplitste inschrijving vernietigd. Hieronder leggen we uit waar het probleem zich situeerde en wat de gevolgen van het arrest van de Raad van State zijn in de praktijk.

De problematische situaties

Er zijn twee soorten situaties die geviseerd werden door het standpunt van Vlabel. De eerste soort  betrof de gesplitste verkrijging. Een voorbeeld ter illustratie: bij de dood van de vader blijkt dat hij de vruchtgebruiker was van een appartement aan de kust, en dat zijn enige dochter daarvan de blote eigenaar is. Dit vruchtgebruik zal uitdoven door de dood van de vader, zodat de dochter zonder enige erfbelasting nu “promoveert” van blote eigenaar naar volle eigenaar. Welnu, de wet  gaat uit van het vermoeden dat vader bij de aankoop van dit appartement wel alles zal betaald hebben: zowel zijn deel (vruchtgebruik) als het deel van zijn dochter (de blote eigendom). Als dat inderdaad zo is, dan heeft de dochter bij die verwerving dus een geschenk gekregen dat geheim bleef voor de buitenwereld (een “bedekte bevoordeling”, zegt de wet). Voor de erfbelasting zal men doen alsof het appartement eigenlijk aan vader toebehoorde en de dochter zal erfbelasting moeten betalen over de volle waarde ervan. Zij kan daaraan ontsnappen door een tegenbewijs te leveren.

De tweede soort probleemgevallen betrof de gesplitste inschrijving. Als voorbeeld geven we hier wanneer bij de dood van de moeder blijkt dat zij als vruchtgebruiker van een effectenportefeuille stond ingeschreven bij de bank, terwijl haar zoon als blote eigenaar stond ingeschreven. Vergelijkbaar met het voorgaande vermoedt de wet dat de moeder  de effecten al “op naam van de zoon” heeft gezet, gewoon door hem in de rekening te doen opnemen als blote eigenaar, wat dan weer een bedekte bevoordeling uitmaakt. De zoon zal erfbelasting moeten betalen op de waarde van de effecten, tenzij hij een tegenbewijs levert.

Hoe het tegenbewijs leveren – wijziging standpunt doorheen de jaren

Bij de gesplitste verwerving moet de blote eigenaar onder andere aantonen dat zij de nodige persoonlijke gelden bezat om de blote eigendom van het appartement aan te kopen én dat zij deze gelden bezat vóór de aankoop. De wijze waarop deze fondsen in zijn vermogen zijn gekomen, is van geen belang. De administratie heeft ettelijke tientallen jaren aanvaard dat deze gelden werden geschonken door de erflater op voorwaarde dat deze schenking de aankoop voorafging. Dat was voldoende. Er werd niet vereist dat bij deze voorafgaande schenking schenkbelasting werd betaald.

Vanaf 2013 veranderde de federale fiscus het geweer van schouder waarbij vanaf dan het tegenbewijs voor de bedekte bevoordeling niet langer kan worden geleverd door het bestaan van een voorafgaande schenking aan te tonen, tenzij die schenking aan het registratierecht (of schenkbelasting) werd onderworpen of tenzij de begiftigde vrij over de geschonken gelden heeft kunnen beschikken. Het nieuwe standpunt werd van toepassing verklaard op alle rechtshandelingen vanaf 1 september 2013. Vlabel heeft in 2015 het standpunt ingenomen om  deze zienswijze te volgen, waarbij als peildatum eveneens 1 september 2013 behouden bleef.

Daarenboven heeft Vlabel deze zienswijze ook uitgebreid tot de gesplitste inschrijvingen van effecten . Voor Vlaamse successies moet een schenking van de blote eigendom van de effecten, die aan de gesplitste inschrijving voorafgaat, dus worden geregistreerd (en afgerekend!) opdat zij als tegenbewijs kan dienen zodat later geen erfbelasting verschuldigd is. De vele families die een effectenportefeuille of aandelen van hun vennootschap onderbrachten in een maatschap, en daarvan reeds deelbewijzen schonken met voorbehoud van vruchtgebruik, werden getroffen door deze beslissing waardoor bijsturing noodzakelijk was.

Raad van State – vernietiging standpunt Vlabel

Dit standpunt vond echter geen genade in de praktijk, daar dit niet conform de lezing van de wet was. Ten slotte werd dit standpunt van Vlabel voorgelegd aan de Raad van State met het verzoek dit te vernietigen. In haar arrest doet de Raad van State zeer grondig onderzoek naar de totstandkoming van de wet van 1919 (artikel 9 W.Succ.) en besluit uiteindelijk dat de interpretatie die Vlabel geeft aan de wet en meer bepaald aan het begrip “bedekte bevoordeling” en het te leveren tegenbewijs, strijdig is met de wet. Het standpunt van Vlabel wordt dan ook integraal vernietigd.

Gevolgen en belang van het arrest

Het standpunt van Vlabel inzake de notie “bedekte bevoordeling” en het te leveren tegenbewijs wordt als ongeldig beschouwd wegens strijdigheid met de wet en wordt geacht nooit te hebben bestaan. Vlabel heeft in een bericht op zijn website gesteld dat zij “bij toekomstig te behandelen dossiers het vernietigde standpunt niet zal langer toepassen.”

Tevens meldt Vlabel dat een bezwaar kan worden ingediend binnen de 3 maanden na verzending van het aanslagbiljet. Hoewel daar op het eerste zicht niets mis mee is, rijzen er ook stemmen in de rechtsleer dat zich een vijfjarige termijn opent om teruggave van erfbelasting te vragen, hetzij vanaf 1 januari van het jaar waarin de aanslag gevestigd werd (toepassing van artikel 3.6.0.0.1 VCF – ambtshalve ontheffing), mogelijks zelfs vijf jaar vanaf 1 januari 2018 (toepassing van artikel 3.6.0.0.4 VCF – vermindering van het actief van de nalatenschap).

Bovendien leert het arrest ons ook dat de Raad van State de wetshistorische interpretatie van het artikel 9 W.Succ. aangrijpt om tot zijn verdict te komen. Het arrest is op het vlak van de interpretatie dus niet alleen van belang Vlaamse successies, maar ook voor Brusselse en Waalse successies. Hoewel het voorwerp van het geschil niet het federale standpunt over de voorafgaande schenking als tegenbewijs tot voorwerp had, is het duidelijk dat de interpretatie die de federale belastingadministratie sedert 2013 aanhoudt, evenzeer wordt afgewezen. Ook hier rijzen er stemmen dat erfgenamen die door het Brusselse of Waalse Gewest werden belast ingevolge deze wetsinterpretatie, teruggaaf kunnen vragen.

Neem contact op met een van onze adviseurs

Karolien Vanmeerhaeghe

Karolien Vanmeerhaeghe

Director Tax & Legal Services

Btw-advies


Bert Lutin

Bert Lutin

Partner Tax & Legal Services

Business Legal