De ficherapportering 281.50 geldt voor de betaling van commissies, erelonen, voordelen van alle aard, verstrekte kortingen via een afzonderlijke creditnota, enz. Dergelijke betalingen aanvaardt de fiscus pas als aftrekbare beroepskosten als u een inkomstenfiche 281.50 opmaakt.
Uitzonderingen op de ficheverplichting
Belgische boekhoudwetgeving
Er geldt geen ficheverplichting als de genieter van de betrokken betalingen onderworpen is aan de Belgische boekhoudwetgeving én een btw-conforme factuur uitreikte.
Lidstaat van de Europese Economische Ruimte
Sinds 1 januari 2021 bestaat er geen ficheverplichting meer als de dienstverrichter gevestigd is in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) en er een factuur of ander document opgesteld is. De EER omvat de EU-landen, Noorwegen, Liechtenstein en IJsland. De ficheverplichting blijft van kracht voor dienstverrichters die niet gevestigd zijn in de EER, zoals het VK en Zwitserland.
Kleinere betalingen
Voor betalingen onder de 250 euro per genieter per jaar moet u geen fiche 281.50 opstellen.
Bovenop diensten ook voor leveringen?
Na een eerdere wetswijziging rees de vraag of fiches 281.50 alleen opgemaakt moeten worden bij het ‘verrichten van diensten’, of ook voor de ‘levering van goederen’. Die twijfel kwam er omdat de wetgever in zijn wetswijziging zelf opnam dat er fiches ingediend moeten worden voor betalingen wegens diensten of ‘leveringen’. Daar zou uit afgeleid kunnen worden dat ook voor de levering van goederen een fiche 281.50 nodig is.
Volgende parlementaire vraag moest opheldering brengen:
Moet een in België gevestigde kaasboer die een partij kazen aankoopt in Zwitserland (buiten de EER), voor een totale waarde op jaarbasis van meer dan 250 euro, de gemaakte aankoopkosten al dan niet verantwoorden op een fiche 281.50?
Het antwoord van de minister was kort:
De kosten van aankoop van kazen bij een Zwitserse leverancier voor een bedrag van meer dan 250 euro moeten niet op een fiche 281.50 verantwoord worden.
U moet dus alleen fiches 281.50 opmaken en indienen bij de verrichting van diensten.
Gevolgen van laattijdige of onvolledige rapportering
U voldoet best aan de ficheverplichting, want de gevolgen bij niet-naleving zijn niet min.
Rapporteert u deze kosten niet correct of laattijdig? Dan riskeert u als Belgische vennootschap of vaste inrichting die schuldenaar is van kwalificerende beroepsinkomsten, de afzonderlijke aanslag geheime commissielonen.
- Voor die aanslag geldt een afzonderlijk vlak vennootschapsbelastingtarief van 50% (als de genieter een vennootschap is) of 100% (als de genieter een natuurlijk persoon is) van de niet-gerapporteerde kosten.
- De aanslag geheime commissielonen kan u niet afzetten tegen (overgedragen) fiscale verliezen of andere tax assets. De belasting van 50% of 100% is dus sowieso een effectieve cash-out.
- De aanslag geheime commissielonen is bovendien niet langer fiscaal aftrekbaar. Als de aanslag geheime commissielonen wordt toegepast, zijn – met uitzondering van verdoken meerwinsten – de niet-gerapporteerde kosten wel fiscaal aftrekbaar. U moet dan wel aantonen dat aan de algemene aftrekbaarheidsvoorwaarden van kosten voldaan is.
Zo vermijdt u de effectieve toepassing
Er zijn twee methodes om de effectieve toepassing van de aanslag geheime commissielonen alsnog te vermijden:
- De vennootschap toont aan dat de genieter het inkomen heeft opgenomen in een Belgische of buitenlandse aangifte in de inkomstenbelasting, of
- De genieter van het beroepsinkomen wordt binnen de 2,5 jaar alsnog geïdentificeerd, te tellen vanaf 1 januari van het aanslagjaar.
Onder het motto ‘beter voorkomen dan genezen’ leeft u de ficherapporteringsplicht dus beter correct en tijdig na.