Overslaan en naar de inhoud gaan
#Business Legal #Tax & Legal

Overwinstbelasting op het inkomstensurplus van elektriciteits-
producenten

maandag 27/03/2023

In oktober 2022 nam de Europese Unie verschillende maatregelen om de torenhoge energieprijzen te bestrijden. Eén daarvan was een nieuwe heffing op de buitensporige winsten of overwinsten van elektriciteitsproducenten. Deze ‘overwinstbelasting’ hanteert een belastingtarief van 100% op inkomsten uit de verkoop en levering van elektriciteit, voor zover ze een bepaald maximum overschrijden. België heeft deze Europese verordening eind 2022 omgezet in nieuwe Belgische wetgeving.

Op wie is deze overwinstbelasting van toepassing?

Deze bijzondere heffing of overwinstbijdrage is van toepassing op producenten van elektriciteit die gebruikmaken van zogenaamde inframarginale technologieën. Dat betekent dat ze elektriciteit opwekken uit de volgende bronnen: windenergie, zonne-energie, geothermische energie, waterkracht zonder reservoir, biomassabrandstoffen (vaste of gasvormige) met uitzondering van biomethaan, afvalstoffen, kernenergie, bruinkool, ruwe aardolieproducten en turf.

Deze belasting geldt zowel voor traditionele energiebedrijven, zoals een traditionele kerncentrale-exploitant, als voor bedrijven die eigenaar zijn van zonnepanelen, windturbines, biomassa-installaties etc.

De wetgever viseert dus elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die elektriciteit opwerkt en ‘injecteert’ in bepaalde elektriciteitsnetten of op een directe elektriciteitslijn. Dat maakt de overwinstbelasting ook relevant voor gewone bedrijven die bijvoorbeeld een windmolen op hun terrein hebben en daaruit energie opwekken.

De heffing geldt alleen voor surplusinkomsten uit energie-installaties op Belgisch grondgebied.

Welke spelers uit de energiesector zijn vrijgesteld van de overwinstbelasting?

  • Voor bepaalde kleine energieproducenten staat de administratieve last van het innen van de heffing niet in verhouding tot de hoeveelheid elektriciteit die ze aan derden kunnen verkopen. Op hen is de heffing niet van toepassing.
    Het gaat om producenten die elektriciteit opwekken met behulp van elektriciteitsproductie-installaties met een maximaal geïnstalleerd vermogen van 1 megawatt (MW). Die grens wordt bepaald per elektriciteitsproductie-installatie, op basis van het geïnstalleerde vermogen vermeld in vergunningen, subsidies, autorisaties, besluiten, aansluitings- en toegangscontracten, etc. Particulieren en zogenaamde ‘prosumenten’ (degenen die elektriciteit produceren voor eigen gebruik) vallen daardoor buiten het toepassingsgebied van de heffing.
  • Ook energiegemeenschappen van burgers en hernieuwbare energiegemeenschappen zijn uitgesloten van de heffing. Deze uitzondering geldt alleen als het overschot aan inkomsten rechtstreeks wordt overgedragen aan consumenten die lid zijn van deze gemeenschappen.
  • De heffing is ook niet verschuldigd als de op de markt verkochte elektriciteit wordt opgewekt door een elektriciteitsproductie-installatie die onder een productiesteunregeling valt en waarvan de marktinkomsten door een bevoegde autoriteit worden geplafonneerd.

Wat is de belastbare grondslag voor de overwinstbelasting?

De belastbare grondslag voor de overwinstbelasting is het ‘surplus aan inkomsten’ of anders gezegd de overwinsten van energieproducenten.

Dat surplus is het positieve verschil tussen de marktinkomsten en het plafond van die marktinkomsten, per transactie en per installatie.

Plafond van de marktinkomsten

Het plafond bedraagt 130 euro per megawattuur (MWh) elektriciteit, maar kan in bepaalde gevallen verhoogd worden tot maximaal 180 euro per MWh.

Marktinkomsten

Dat zijn de inkomsten uit de verkoop en levering van elektriciteit tussen 1 augustus 2022 en 30 juni 2023. En dat ongeacht de datum waarop het verkoopcontract is gesloten en ongeacht de markt (bv. intra-daymarkt, day-aheadmarkt, bilaterale contracten).

Het deel dat de producent verbruikt van zijn eigen elektriciteitsproductie komt niet in aanmerking voor de berekening van de marktinkomsten. Ook subsidies van overheidsinstanties maken geen deel uit van de marktinkomsten.

Om de marktinkomsten te bepalen, heeft de Belgische wetgever enkele veronderstellingen vastgelegd voor elk type elektriciteitsproductie.

Verschuldigde belasting

De surplusinkomsten worden belast tegen een tarief van 100%. Bovendien bepaalt de wet uitdrukkelijk dat de producenten deze belasting niet mogen doorberekenen aan andere bedrijven of de eindverbruikers, direct of indirect. Deze belasting is volledig aftrekbaar in de vennootschapsbelasting.

Aangifte

De schuldenaars dienen een aangifte in bij de CREG volgens een door haar bepaald model. Het model van deze aangifte vindt u hier.

De uiterste indieningsdata voor de aangifte zijn:

  • 30 april 2023 voor de heffing over de periode 1 augustus 2022 tot en met 31 december 2022.
  • 7 september 2023 voor de heffing over de periode 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023.

De CREG stelt de verschuldigde heffing voor elke schuldenaar vast en stuurt het voorstel naar de FOD-Economie.

  • Uiterlijk op 30 september 2023 voor de periode van 1 augustus 2022 tot en met 31 december 2022.
  • Uiterlijk op 31 december 2023 voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023.

Ook energiegemeenschappen van burgers en hernieuwbare energiegemeenschappen zijn verplicht een aangifte in te dienen zodat de uitsluitingsvoorwaarden nagekeken kunnen worden. Geen aangifte doen, kan leiden tot een aanslag van ambtswege.

Hebt u nog vragen over deze nieuwe wetgeving of hulp nodig hebben bij het indienen van de vereiste aangiftes, neem dan gerust contact op met ons team van experts. We staan klaar om u te ondersteunen en te adviseren.

Neem contact op met één van onze experten

Hovik Begian

Hovik Begian

Director Tax & Legal

Contact