Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #Business & International Tax #Btw-advies #Autofiscaliteit

Btw-tarief
en -aftrek van laadstations opgeklaard

maandag 24/01/2022

De hervorming van de autofiscaliteit doet het aantal laadstations nu al toenemen. Een trend die zich ongetwijfeld nog lange tijd zal verderzetten. Over btw waren er wel nog wat onduidelijkheden. Eind 2021 bracht de btw-administratie opklaring over het toepasselijk btw-tarief en de btw-aftrek.

Btw-tarief voor levering en plaatsing laadstation

Standaardtarief van 21%

De levering met plaatsing van een laadstation is onderworpen aan het standaard btw-tarief van 21%.

Verlaagd tarief van 6%

Het verlaagde tarief van 6% is van toepassing als voldaan is aan de voorwaarden voor de toepassing van het verlaagd tarief voor ‘de renovatie en het herstel van privéwoningen’. Dat is bijvoorbeeld het geval als het laadstation geïnstalleerd wordt in de woning van een werknemer.

De btw-administratie heeft bevestigd dat het tarief van 6% ook van toepassing is als het laadstation eigendom blijft van de werkgever en die het, al dan niet tegen een vergoeding, ter beschikking stelt van de werknemer. Verlegt u als werkgever zelf – via de regeling ‘medecontractant’ – de btw, dan moet u wel bewijzen dat effectief voldaan is aan voorwaarden voor het tarief van 6%.

Voorwaarden voor de toepassing van 6% btw

De levering en plaatsing van het laadstation moeten kwalificeren als ‘werk in onroerende staat’ of daarmee gelijkgesteld worden.

Voor laadpalen die worden ingelijfd in de grond is dat doorgaans geen probleem. Zij kwalificeren als onroerende goederen uit hun aard.

Voor laadpunten is dat anders. Dat zijn stopcontacten die specifiek zijn ontworpen voor het opladen van elektrische wagens. Meestal worden ze op de muur van een onroerend goed geplaatst. De levering en plaatsing wordt enkel gelijkgesteld met ‘werk in onroerende staat’ als het laadpunt deel uitmaakt van de elektrische installatie van een gebouw. Dat hangt af van de feitelijke omstandigheden.

Bovenop de andere toepassingsvoorwaarden (o.a. wat betreft de leeftijd van het gebouw) geldt nog een voorwaarde. Het laadstation moet geplaatst worden op een van volgende plaatsen:

  • In de eigenlijke privéwoning of aan de buitengevel ervan;
  • In of aan de gevel van de garage of carport van de bewoner van de privéwoning. Dat zijn ook privatieve garageboxen van appartementsgebouwen en privatieve staanplaatsen in of onder een appartementsgebouw. Het appartement waartoe ze behoren moet wel als privéwoning gebruikt worden;
  • Aan de toegangsweg die de openbare weg verbindt met de garage die deel uitmaakt van de eigenlijke woning of met de voornaamste toegang tot de woning of het gebouw;
  • Op het buitenterras dat deel uitmaakt van de woning omdat het eraan grenst.

Wat als de woning niet uitsluitend als privéwoning wordt gebruikt?

Wordt een woning ook beroepsmatig gebruikt, dan mag het verlaagd tarief van 6% toegepast worden als het privégebruik primeert.

Wordt het laadstation echter geïnstalleerd in een ruimte die uitsluitend of hoofdzakelijk beroepsmatig gebruikt wordt, dan is het standaard btw-tarief van 21% van toepassing.

Is de privébestemming van de woning slechts bijkomstig, dan geldt toch het tarief van 6% indien de werken betrekking hebben op de eigenlijke privéwoning.

Het feitelijk gebruik van de woning en/of de ruimte waar het laadstation wordt geplaatst is dus doorslaggevend om het btw-tarief te bepalen.

Btw-aftrek bij levering en plaatsing laadstation

De plaatsing van het laadstation wordt voor btw-doeleinden niet aangemerkt als ‘autokosten’ die onderworpen zijn aan de algemene aftrekbeperking van 50%. Afhankelijk van de omstandigheden is de btw-aftrek wel beperkt tot het beroepsmatig gebruik.

Laadstation geïnstalleerd bij een onderneming

Als het laadstation geïnstalleerd is bij een onderneming en uitsluitend gebruikt wordt voor een belastbare activiteit die recht verleent op aftrek, dan is de btw op de installatiekosten volledig aftrekbaar. Dat is het geval als het laadstation enkel wordt gebruikt door:

  • De bestuurders, zaakvoerders en werknemers van de onderneming (met volledig recht op aftrek), of
  • wanneer klanten of leveranciers van deze onderneming, al dan niet tegen betaling, het laadstation kunnen gebruiken bij hun bezoek aan de onderneming, of
  • wanneer derden het laadstation tegen betaling kunnen gebruiken.

Bij gemengd gebruik wordt de btw-aftrek beperkt.

Laadstation geïnstalleerd bij de werknemer

Is het laadstation geïnstalleerd bij de werknemer, dan moet een onderscheid gemaakt worden tussen twee situaties.

1. Het laadstation wordt gratis ter beschikking gesteld van de werknemer.
De btw-aftrek wordt beperkt tot het beroepsmatig gebruik van de wagen. Het beroepsmatig gebruik van het laadstation wordt op dezelfde manier vastgesteld als het beroepsmatig gebruik van de aan de werknemer ter beschikking gestelde elektrische wagen.

2. De werknemer moet een vergoeding betalen aan de werkgever voor het laadstation bij hem of haar thuis.
Er is in principe geen aftrekbeperking van toepassing op voorwaarde dat de vergoeding minstens gelijk is aan de normale waarde.

Opladen van elektrische voertuigen

De levering van elektriciteit voor het verbruik door een elektrische wagen wordt voor btw-doeleinden behandeld als ‘brandstofkosten’. Voor de btw-aftrek moet dus niet alleen rekening worden gehouden met het beroepsmatig gebruik, maar ook met de algemene aftrekbeperking van 50%.

Als het elektriciteitsverbruik per voertuig afzonderlijk kan worden gemeten, kan het recht op aftrek worden bepaald volgens hetzelfde regime als dat van het voertuig. Kan het opladen van elektriciteit via het laadstation niet afzonderlijk van het andere elektriciteitsverbruik gemeten worden, dan wordt het aftrekpercentage bepaald onder toezicht van de administratie.

Voor de kosten van de uitgever van het laadabonnement, laadpas of app (de e-mobility service provider of eMP) wordt volgend onderscheid gemaakt:

  • Als de eMP zelf tussenkomt bij de levering van elektriciteit, dan worden de prestaties van de eMP in haar geheel als een levering van elektriciteit beschouwd. De bijhorende laaddiensten zoals reservatie, informatie, helpdesk… worden als bijkomstig aangemerkt. Voor deze bijkomende laaddiensten geldt dus dezelfde btw-aftrekbeperking als voor brandstofkosten.
  • Komt de eMP niet zelf tussen bij de levering van elektriciteit, dan worden de handelingen van de eMP voor btw-doeleinden als algemene onkosten beschouwd. Daardoor is de btw-aftrek beperkt tot de mate van het beroepsmatig gebruik, maar er geldt geen algemene aftrekbeperking van 50%. Dat is ook zo voor de aanschaf van toestellen die enkel dienen om de elektriciteitsafname bij de werknemers thuis te monitoren.

Hebt u hier nog vragen over? Ons team staat klaar om op al uw vragen te antwoorden. Neem gerust contact op.

Neem contact op met één van onze experten

Wouter Brackx

Wouter Brackx

Partner Tax & Legal Services

Contact