Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #Business & International Tax #Vennootschapsbelasting #Belastingen

Aangifte vennootschaps-
belasting:
275 CRC bij vennootschapsgroep aan te raden

woensdag 30/06/2021
Aangifte vennootschapsbelasting

Zoals iedereen ondertussen al veelvuldig heeft vernomen, zijn onder de nieuwe thin cap regel netto-interestlasten nog slechts aftrekbaar in de mate dat ze niet hoger liggen dan het hoogste van de volgende 2 grenzen: 30% van de fiscale EBITDA of 3 miljoen euro (of het gedeelte van 3 miljoen euro dat toebedeeld wordt aan een Belgische groepsvennootschap).

Omdat 3 miljoen euro aan netto-intresten - onder voorbehoud van de klassieke aftrekregels - aftrekbaar blijven, is deze regeling minder van belang voor de gemiddelde Belgische kmo die geen deel uitmaakt van een groep, die doorgaans geen 3 miljoen euro aan netto-intresten betaalt. Het is wel relevant voor een groep verbonden kmo’s/vennootschappen, omdat de minimumgrens van 3 miljoen euro in dat geval verdeeld moet worden over alle Belgische groepsvennootschappen die gedurende het hele belastbaar tijdperk deel hebben uitgemaakt van de groep.

Het financieringskostensurplus is het positieve verschil tussen:
  • Het geheel aan interestkosten (en economisch gelijkaardige kosten);
  • Het geheel aan interestopbrengsten (en economisch gelijkaardige opbrengsten).
Een aantal kosten en opbrengsten zijn uitgesloten van de berekening:
  • Onder bepaalde voorwaarden: de interesten van leningen waarvan het contract werd gesloten vóór 17 juni 2016 en waaraan sinds die datum geen significante wijzigingen zijn gebeurd. Om dergelijke leningen uit te sluiten van de nieuwe thin cap regel (en deze dus nog te onderwerpen aan de 5/1 thin cap), moet er wel een bijlage bij de VennB aangifte worden gevoegd met een overzicht van deze leningen waarbij welbepaalde volgens de wet opgelegde modaliteiten dienen te worden in opgenomen.
  • Wanneer de belastingplichtige deel uitmaakt van een groep vennootschappen, komen de interesten die verschuldigd zijn aan of door een Belgische groepsentiteit niet in aanmerking voor de vaststelling van het financieringskostensurplus. Interesten betaald aan of door een buitenlandse groepsvennootschap komen wel in aanmerking.

In principe wordt het financieringskostensurplus en de fiscale EBITDA berekend per vennootschap. Indien de vennootschap deel uitmaakt van een groep moet de fiscale EBITDA echter op groepsniveau bekeken worden en moet de 3 miljoen euro verdeeld worden over de verschillende Belgische groepsvennootschappen die gedurende het volledige belastbare tijdperk deel uitmaakte van de Groep.

Omdat sommige groepen geen enkel voordeel hebben bij de (uiterst technische) berekening van de fiscale EBITDA op groepsniveau, heeft de wetgever voorzien in een mogelijkheid om als groep collectief te ‘verzaken’ aan de berekening van de groeps EBITDA. Wanneer? Als de fiscale EBITDA op groepsniveau lager is dan 10 miljoen euro of als het financieringskostensurplus op groepsniveau lager is dan 3 miljoen euro. Dit houdt in dat de fiscale EBITDA op groepsniveau geacht wordt 0 euro te zijn en de thin cap dus enkel berekend wordt o.b.v. de 3 miljoen euro drempel.

De verdeling van de 3 miljoen euro onder de verschillende Belgische groepsvennootschappen kan dan gebeuren op 2 manieren:
  1. Evenredig à rato van het aantal groepsvennootschappen bv. 3 vennootschappen – ieder 1 miljoen euro.
  2. In functie van het financieringskostensurplus van elke Belgische groepsvennootschap.

Deze beslissing tot collectieve verzaking aan de EBITDA-berekening op groepsniveau moet worden vastgelegd in een overeenkomst 275CRC die alle groepsvennootschappen moeten ondertekenen. Minstens één van de groepsvennootschappen moet deze overeenkomst als bijlage toevoegen bij de VennB aangifte. Indien het gewenst is dat de 3 miljoen euro evenredig (met het aantal Belgische groepsvennootschappen) verdeeld wordt, moet het vakje onderaan aangevinkt worden. Indien dit vakje niet aangevinkt is, wordt de 3 miljoen euro verdeeld o.b.v. het financieringskostensurplus van elke Belgische groepsvennootschap. Deze overeenkomst moet per groepsvennootschap worden ondertekend door een persoon die gemachtigd is de vennootschappen juridisch te verbinden.

Ingeval echter zou blijken dat het financieringskostensurplus op groepsniveau meer dan 3 miljoen euro of 30% van de fiscale EBITDA zou bedragen, neemt u best contact op met ons Business & International Tax team zodat de vereiste bijkomende stappen kunnen ondernomen/onderzocht worden.

Neem contact op met één van onze experten

Laura Meert

Laura Meert

Manager Tax & Legal Associate

Contact
Davina Van Den Bosch

Davina Van Den Bosch

Senior Manager Tax & legal services

Contact