Overslaan en naar de inhoud gaan
Vlaams regeerakkoord
#Tax & Legal #Verkiezingen #Fiscaliteit

Nieuw Vlaams regeerakkoord: wat u moet weten als ondernemer

01/10/2024 | Leestijd: 12 minuten

De nieuwe Vlaamse regering heeft op 30 september 2024 haar regeerakkoord gepresenteerd, dat de beleidslijnen voor de komende legislatuur tot 2029 uitstippelt. Dit document bevat zowel verstrengingen als versoepelingen van bestaande maatregelen. In dit artikel bekijken we wat deze veranderingen betekenen voor u als ondernemer.

1. Wijzigingen in de fiscaliteit

Het fiscale landschap in Vlaanderen ondergaat aanzienlijke veranderingen die gevolgen hebben voor zowel particulieren als ondernemingen. Van belastingverhogingen tot afschaffingen van voordelen, deze maatregelen zijn gericht op het creëren van een evenwichtiger en duurzamer fiscaal beleid.

Het nieuwe Vlaamse regeerakkoord zet een einde aan de vrijstellingen van verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling (BIV) voor nulemissievoertuigen, zoals elektrische auto's. Momenteel genieten bezitters van elektrische voertuigen in Vlaanderen van een volledige vrijstelling van beide belastingen. Dit betekent dat zij geen BIV moeten betalen bij de aanschaf van hun voertuig en evenmin jaarlijks verkeersbelasting verschuldigd zijn. 

Met de grootschalige adoptie van nulemissievoertuigen acht de Vlaamse regering deze vrijstellingen echter niet langer nodig. Het nieuwe beleid stelt vast dat ook deze elektrische voertuigen gebruik maken van de openbare wegen en dus moeten bijdragen aan de onderhoudskosten. Voortaan zullen nieuwe inschrijvingen van nulemissievoertuigen worden onderworpen aan de verkeersfiscaliteit. Dit betekent dat bezitters van dergelijke voertuigen voor nieuwe inschrijvingen wél verkeersbelasting en BIV zullen moeten betalen. Bestaande voertuigen behouden voorlopig hun vrijstelling, maar voor leasingvoertuigen zal verder overleg worden gevoerd met de andere gewesten. Dit is een belangrijke wijziging voor bedrijven die overwegen hun wagenpark te vergroenen, en het effect ervan moet nauwlettend in de gaten worden gehouden.

Het nieuwe Vlaamse regeerakkoord beoogt ook de afschaffing van de verminderingen van de onroerende voorheffing voor bepaalde gebouwen met een laag E-peil. De huidige regeling biedt aanzienlijke voordelen voor bepaalde nieuwe gebouwen (bij ‘herbouw’) en ingrijpende energetische renovaties die voldoen aan strenge energieprestatie-eisen. Deze gebouwen genieten momenteel van een vermindering van de onroerende voorheffing, afhankelijk van het behaalde E-peil. Bij nieuwbouw of renovaties die een E-peil van maximaal E20 behalen, geldt bijvoorbeeld een vermindering van 50% op de onroerende voorheffing voor vijf jaar. Als een gebouw een E-peil van E10 of lager haalt, is deze vermindering zelfs 100%.

Deze gunstmaatregelen werden oorspronkelijk ingevoerd om duurzame bouwprojecten te stimuleren. Door de steeds strenger wordende EPB-regelgeving voldoen echter bijna alle nieuwe bouw- en renovatieprojecten aan deze normen, waardoor de Vlaamse regering deze steunmaatregelen overbodig acht. Door deze afschaffing zal de fiscale druk op nieuwe eigenaars van energie-efficiënte gebouwen toenemen.

Het nieuwe regeerakkoord schaft ook de fiscale voordelen voor onroerend erfgoed af. Deze voordelen waren bedoeld om de instandhouding van beschermde monumenten en historische gebouwen te ondersteunen. Momenteel kunnen eigenaars van beschermde monumenten genieten van een verlaging van de verkooprechten (registratierechten) bij aankoop van het onroerend goed onder bepaalde voorwaarden. Bij de aankoop van een beschermd monument wordt het tarief van de verkooprechten gehalveerd of, in het geval van de enige en eigen woning, verlaagd tot slechts 1%. Ook bij de schenking van een beschermd monument kunnen nu verlaagde tarieven voor de schenkbelasting van toepassing zijn.

De Vlaamse regering meent echter dat deze fiscale voordelen te weinig gebruikt worden en daarom niet langer gerechtvaardigd zijn. Door deze voordelen af te schaffen, wil de regering de regelgeving vereenvoudigen.

De belasting op kansspelen en weddenschappen wordt verhoogd, mits de andere gewesten hiermee akkoord gaan. Momenteel wordt de belasting op kansspelen als algemene regel berekend aan een uniform tarief van 15% (er bestaan echter uitzonderingen) op de opbrengst, gedefinieerd als de som van de inzetten min de uitgekeerde winsten. Deze belasting wordt geheven door het gewest waar de server van de kansspeloperator zich bevindt. 

De Vlaamse regering wil deze belasting verhogen om meer inkomsten te genereren, maar om dit plan te realiseren, is goedkeuring van de andere gewesten nodig. De complexiteit van deze maatregel zit hem in de lokalisatie van de servers, wat bepaalt welk gewest de belasting kan innen.

Het nieuwe akkoord verhoogt de prijs van dienstencheques van 9 euro naar 10 euro per cheque, en verdwijnt de belastingvermindering van 20% die momenteel van toepassing is op de aankoop van dienstencheques. Momenteel kunnen gebruikers van dienstencheques 20% van de aankoopprijs recupereren via hun belastingaangifte, wat resulteert in een effectieve kostprijs van 7,20 euro per cheque. 

De nieuwe regeling schaft dit fiscale voordeel af, waardoor gebruikers de volledige 10 euro per cheque moeten betalen. Dit betekent een stijging van de effectieve prijs met bijna 39%. Voor veel huishoudens betekent dit een aanzienlijke verhoging van de kosten voor o.m. huishoudelijke hulp.

Onder het motto “de sterkste schouders dragen de grootste lasten” beoogt de Vlaamse regering ook de erf- en schenkbelasting enigszins te hervormen. Duidelijk stelt men wel dat erfbelasting zal worden verlaagd, zowel voor kinderen als de langstlevende, als voor broers en zussen en zelfs andere personen. De focus van de hervorming zal bij de kleine en middelgrote vermogens liggen, alsook bij het sluiten van “onrechtmatige achterpoortjes”.


Welke concrete invulling deze hervormingen zullen krijgen is momenteel nog koffiedik kijken. Enerzijds mag een lastenverlaging worden verwacht voor de kleine en middelgrote vermogens. Concrete percentages en tariefschijven zijn evenwel nog niet bekend.
Ter compensatie en aan inkomstenzijde heeft de Vlaamse Regering ook het voornemen om enkele onrechtmatige achterpoortjes te sluiten. Naar welke onrechtmatige “achterpoortjes” men hier doelt is nog onduidelijk, maar gelet op de mediahetze van de afgelopen weken lijken het gunstregime voor familiale vennootschappen en de Belgische private stichtingen (deels) in het vizier te komen. 


Tot slot is al zeker dat de termijn van de verdachte periode voor onrechtstreekse schenkingen (o.a. hand- en bankgiften) zal worden verlengd van de 3 naar 5 jaar. Dit betekent dat wie een niet-geregistreerde schenking ontvangt en de schenker overlijdt binnen de 5 jaar na de schenking, deze schenking toch onderworpen zal zijn aan (hogere) erfbelasting. Met deze maatregel tracht men aan te moedigen om af te stappen van de onrechtstreekse schenking en te kiezen voor een geregistreerde schenking, wat dus zal leiden tot een verhoogde inning. Voor een geregistreerde schenking van roerende goederen betaal je op vandaag 3% of 7% schenkbelasting. 
 

Naast de verlenging van de verdachte periode voor roerende goederen, gaan er nu ook stemmen op dat ook de techniek van het gespreid schenken van onroerende goederen, vaak aangeduid als "salami-schenken", zal worden hervormd. Bij deze techniek worden onroerende goederen in opeenvolgende schijven geschonken, waarbij telkens de laagste schenkbelastingtarieven worden toegepast, mits er een periode van minstens drie jaar tussen elke schenking ligt. Volgens bepaalde bronnen zou deze periode, net als de verdachte periode, mogelijk worden verlengd naar vijf jaar. Het is echter belangrijk op te merken dat ook hierover nog veel onzekerheid bestaat.
 

De vorige regering voerde al een grondige hervorming door van de registratierechten waarbij het tarief daalde van 10% naar 3% voor de aankoop van de enige en eigen woning. Deze regering gaat de registratierechten voor de enige en eigen woning nog verder verlagen van 3% naar 2%. Deze verlaging zou al gelden vanaf 1/1/2025. De datum van het verlijden van de authentieke akte telt om het toepasselijke tarief te bepalen. 

Opdat een koper van dit tarief kan genieten, gelden er evenwel enkele voorwaarden. Eén van deze voorwaarden is dat er geen sprake mag zijn van een verhinderend bezit van een andere woning. De koper mag aldus geen volledige en volle eigenaar zijn van een andere woning of bouwgrond. Het gedeeltelijk bezit van een andere woning in volle eigendom, of het bezit in blote eigendom of vruchtgebruik doet vandaag geen afbreuk aan het gebruik van het verlaagde tarief. Ook buitenlandse onroerende goederen worden bij deze analyse in overweging genomen. 

De regering erkent echter dat deze (buitenlandse) informatie niet altijd gekend is en heeft daarom als doel kopers met eigendommen in het buitenland op te sporen die onterecht het verlaagde tarief genieten. De Vlaamse regering verwijst hierbij naar de federale overheid, die toegang heeft tot bijvoorbeeld de CRS-informatie met betrekking tot het buitenlandse vermogen van Belgische burgers, welke ook noodzakelijk is voor de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL).

Tot slot zal het tarief voor aankopen door beroepsverkopers worden verhoogd van 4% naar 6%.

2. HR-beleid en arbeidsmarkt

De maatregelen op het gebied van HR en arbeidsmarkt zijn gericht op het verhogen van de werkzaamheidsgraad en het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Door de focus te leggen op inclusiviteit en het stimuleren van werkzoekenden, wil de Vlaamse regering een sterke arbeidsmarkt creëren.

De Vlaamse werkzaamheidsgraad bedraagt momenteel 76,8% en de werkloosheidsgraad is historisch laag (3.3%). Men wil de werkzaamheidsgraad van 80%, die een Europese norm is, bereiken en zelfs overstijgen door de introductie van een hele reeks maatregelen

  • Door versterkte activering van werkzoekenden, onder meer door sneller werkzoekenden een individueel begeleidingstraject aan te bieden;
  • Door de tewerkstellingskansen van kansengroepen te verhogen door 1.000 bijkomende jobs te voorzien in de sociale economie; 
  • Door langdurig zieken en niet-beroepsactieven op te volgen in de hoop hen terug aan de slag te krijgen, hiertoe zullen 12.000 terug-naar-werktrajecten per jaar worden voorzien; 
  • Langdurig zieken die nog in dienst zijn bij een werkgever worden via loopbaanbegeleiding gestimuleerd om terug aan het werk te gaan; 
  • Vroegtijdige schoolverlaters tussen 18 en 25 jaar die geen job hebben noch een opleiding volgen krijgen binnen de 4 maanden een passend aanbod van een job, een leerjob, opleiding of stage; 
  • Verankeren van het Vlaams opleidingsverlof maar wel hervormd richting knelpuntberoepen;
  • Blijvend werk maken van inclusieve en werkbare werkvloeren door het inzetten van jobcoaches en advisering rond arbeidsorganisatie (via ESF+-programma);
  • Kordate aanpak van discriminatie en uitbuiting op de arbeidsmarkt, hiertoe voorziet men een versterking van de sociale inspectie met 30 inspecteurs. 

Voor ketens van onderaanneming zijn er zowel in de federale als de Vlaamse regelgeving mechanismen voorzien om de hele keten te responsabiliseren. De controle op deze ketenaansprakelijkheid zal geëvalueerd worden. 

Daarmee willen ze de arbeidsmigratie via een single permit aantrekkelijker maken dan het "fraudegevoelige kanaal van detachering via onderaanneming". 

Voor functies waarvoor er op de lokale arbeidsmarkt geen mensen kunnen gevonden worden blijft het mogelijk om via arbeidsmigratie van buiten de EU, werknemers aan te trekken. Het gaat daarbij over hooggeschoolde kennismigratie en middengeschoolde knelpuntberoepen. De lijst van knelpuntberoepen wordt regelmatig aangepast aan de evolutie van de arbeidsmarkt. 

Samen met de federale overheid tracht men de behandeling van de single permit-aanvragen te versnellen en men voorziet een "fast lane" voor erkende referenten-bedrijven. 

De jobbonus is een Vlaamse steunmaatregel die werknemers met een maandelijkse brutowedde van minder dan 2.999,99 EUR één keer per jaar een premie toekent van maximaal 700 EUR per jaar. Deze jobbonus zou enkel afgeschaft worden als de federale regering maatregelen neemt voor de lagere lonen

De zorgsector kampt met een schrijnend tekort aan arbeidskrachten. De opleiding en stages als verpleegkundige worden daarom aantrekkelijker gemaakt

Daarmee willen ze het fenomeen waarbij zorgkundigen zich als zelfstandige of als interim opnieuw aanbieden aan hun werkgever "bestrijden". Om dit te doen rekent men op de zorginstellingen om aantrekkelijke arbeidsomstandigheden te creëren. Tegelijk wil men een model van meervoudig werkgeverschap uitwerken. 

Kleine kanttekening is toch wel dat voor veel maatregelen en overleg en samenwerking nodig is met het federale bestuursniveau. 

3. Impact op de vastgoedsector

De vastgoedsector krijgt met nieuwe beleidsprioriteiten te maken die gericht zijn op duurzaamheid en een evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling. De focus ligt hierbij niet alleen op het verhogen van de energie-efficiëntie, maar ook op het bevorderen van een verantwoord gebruik van ruimte.

Ten eerste scherpt Vlaanderen haar ambities aan in de strijd tegen de klimaatverandering. In dat opzicht wordt er een Vlaams Sociaal Klimaatplan opgericht met de nadruk op structurele maatregelen en aandacht voor de burger. Overkoepelend wordt er werk gemaakt van de vereenvoudiging van de energieprestatie-regelgeving van gebouwen (EPC- en EPB beleidskader). De fel besproken renovatieplicht wordt in die zin gedeeltelijk afgezwakt. Bij aankoop van een oudere woning zal men nu verplicht zijn om die te renoveren tot EPC-label D en dit binnen een termijn van zes jaar. Voor de minst zuinige energielabels (E en F) zal Vlaanderen inzetten op collectieve renovatieprogramma’s waarbij straten en wijken in hun geheel zullen worden aangepakt. 

Beter doen dan de basisnorm wordt bovendien ook gestimuleerd aan de hand van financiële steuninstrumenten zoals “Mijn Verbouwleuning” en “Mijn Verbouwpremie”. 

Ook getrapte rentekortingen, sloop- en herbouwpremies moeten zijn budgettaire instrumenten die de energietransitie in goede banen moeten leiden.

Nieuw in het Regeerakkoord is de invoer van een energielabel voor de gemene delen van appartementsgebouwen. Bovenop de EPC’s van individuele appartementen, komt er ook een gebouwlabel voor de collectieve delen van het gebouw. Vlaanderen zal zich ook engageren om de niet-residentiële gebouwen energiezuiniger te maken. 

Ook het pilootproject “contract for difference” is een nieuw financieringsinstrument die de industriesector moet begeleiden in de transitie naar klimaatneutraliteit. Publiek-private samenwerkingen zullen tenslotte ook worden aangewend om nieuwe en bestaande klimaat- en energieprojecten te financieren

Het Vlaams Regeerakkoord heeft ook impact op het ruimtelijk beleid. De bouwshift blijft de speerpunt van dit beleid, met het voornemen om tegen 2040 het bijkomend ruimtebeslag terug te dringen naar 0ha per dag. Het doel is om geen netto extra open ruimte aan te snijden tenzij in uitzonderlijke gevallen waar geen andere oplossing mogelijk is én mits er op andere locaties wordt gecompenseerd door het creëren van bijkomende openruimtegebieden. In samenspraak met landbouw- en natuurorganisaties zal er ook een grondaankoopbeleid opgestart worden om tegen 2023 extra 10.000ha bos te creëren. 

De doelstellingen van de bouwshift zullen worden geformaliseerd in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, een hete aardappel die al verschillende legislaturen wordt doorgeschoven. De nieuwe regering lijkt aldus werk te gaan maken van het beleidsdocument dat de Vlaamse visie op ruimtelijke ontwikkeling dient weer te geven en als basis moet dienen voor de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen. Daarnaast zal er aandacht worden besteed aan het vereenvoudigen en moderniseren van de huidige bestemmingscategorieën.

In het kader van de vergunningverlening zijn er geen grote veranderingen op til: de Vlaamse Regering erkent dat vergunning- en adviesverlening kerntaken zijn en zullen een actieprogramma op poten zetten om de vergunningsverlening te verbeteren. Opvallend is echter wel dat zal worden ingezet op een verkorting van de doorlooptijd van een beroepsprocedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Een procedure bij een standaarddossier zal nog 9 maanden in beslag mogen nemen, ruim 3 maanden korter dan de gemiddelde doorlooptijd van 12 maanden. Ook de evolutie naar één centraal Vlaams bestuursrechtscollege blijft een doel van de Vlaamse Regering.

Om tegemoet te komen aan de recente stikstof- en PFAS crisissen zullen er tenslotte ook kaders worden opgesteld om een vergunningsstop te vermijden, waarbij een nieuw emissiebeleid en een kader voor het lozen van extreem vervuilende stoffen zal worden uitgewerkt. Gebiedsgerichte maatregelen en het principe “de vervuiler betaalt” blijven het zwaartepunt in het Vlaams milieubeleid.

Tussentijdse conclusie

Het nieuwe Vlaamse regeerakkoord introduceert verschillende maatregelen die zowel kansen als uitdagingen bieden voor ondernemers in Vlaanderen. Het is essentieel om deze veranderingen goed in de gaten te houden en uw strategieën hierop aan te passen. Wij blijven u op de hoogte houden van de specifieke goedgekeurde beleidslijnen die uit dit regeerakkoord voortvloeien. Zo kunt u met een gerust hart focussen op wat er echt toe doet: uw onderneming laten groeien.

Voor vragen of meer informatie over specifieke maatregelen kunt u contact opnemen met onze experts.

#Tax & Legal #Verkiezingen #Fiscaliteit