CBAM: van rapportage naar betaling – wat betekent dit voor uw onderneming?
De invoering van het Carbon Border Adjustment Mechanism, kortweg CBAM, versterkt de groene ambities van de EU en zet tegelijk een nieuwe stip op de horizon voor wie invoert van buiten de EU. Deze ‘klimaatheffing’ brengt invoerondernemingen ertoe om te rapporteren over de koolstofvoetafdruk van in België binnengebrachte producten zoals staal, cement, aluminium of waterstof, zodat zij vanaf 2026 ook werkelijk betalen voor de uitstoot ingebouwd in hun producten. Wie nu al goed voorbereid is, wint aan slagkracht in de transitie naar een eerlijke, koolstofarme markt.
CBAM in het kort
Het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) is het Europese instrument om koolstoflekkage te voorkomen. Het zorgt ervoor dat ingevoerde producten dezelfde CO₂-kosten dragen als producten die binnen de EU worden gemaakt.
Op welke goederen is CBAM van toepassing?
CBAM geldt vandaag voor een beperkte lijst van koolstofintensieve goederen:
- Cement
- IJzer en staal
- Aluminium
- Meststoffen
- Elektriciteit
- Waterstof
De lijst kan later worden uitgebreid naarmate het systeem verder wordt uitgerold. Eind 2025 volgt een evaluatie of ook kunststoffen, papier, glas en basischemie onder CBAM gaan vallen.
Voor wie geldt CBAM en wat is een declarant?
CBAM is van toepassing op bedrijven die goederen invoeren in de EU die op de CBAM-lijst staan. De formele aangifte gebeurt door een erkend CBAM-declarant. Dat is een door de douane goedgekeurde marktpartij (meestal de importeur) die verantwoordelijk is voor het indienen van rapportages en (vanaf 2026) het aankopen en inleveren van CBAM-certificaten.
Tot nu toe moesten erkende declaranten uitsluitend elk kwartaal verslag uitbrengen over de CO₂-uitstoot die verbonden is aan hun ingevoerde goederen. Vanaf 1 januari 2026 verandert dit grondig. Dan wordt naast rapporteren ook het financiële luik van kracht: het kopen en inleveren van CBAM-certificaten. Voor bedrijven betekent dit een verschuiving van een louter administratieve verplichting naar een uitdaging die direct doorwerkt in budgetten, liquiditeitsbeheer en contractuele afspraken.
De huidige verplichtingen in een notendop
Rapportage blijft bestaan: ondernemingen moeten blijven aangeven hoeveel CO₂ is verbonden aan hun importstromen. Vanaf 2026 moeten zij bovendien CBAM-certificaten aankopen via een centraal EU-platform. De prijs van die certificaten volgt het wekelijkse gemiddelde van de EU-ETS-veilingen. De uiteindelijke afrekening gebeurt in 2027. Voor elk kalenderjaar moeten voldoende certificaten worden ingeleverd, met 31 mei als officiële deadline onder de huidige regels. Daarnaast geldt een kwartaaleis: op het einde van ieder kwartaal moet minstens 80 procent van de emissies al afgedekt zijn (een mogelijke aanpassing hiervan wordt nog besproken in het Omnibus-traject). Certificaten blijven twee jaar geldig en lidstaten kunnen een deel van een overschot terugkopen.
Meer over CBAM leest u in ons vorig artikel.
Kostenbepalende factoren
Wat een bedrijf straks daadwerkelijk betaalt, hangt af van vier elementen:
- De geverifieerde emissies per productstroom.
- De geleidelijke fase-in: een klein aandeel in 2026, oplopend tot volledige dekking in 2034.
- De certificaatprijs, gekoppeld aan de EU-ETS-markt.
- Een mogelijke vermindering als in het herkomstland al een CO₂-heffing is betaald en correct wordt aangetoond.
Deze vier bouwstenen bepalen samen de prijsstrategie, marge-aansturing en liquiditeitsplanning van bedrijven.
Voorstellen tot vereenvoudiging (nog niet finaal)
In 2025 stemde het Europees Parlement in met een pakket aanpassingen om CBAM werkbaarder te maken, het zogenoemde Omnibus-pakket. Dit is echter nog niet rond: de Raad van de EU moet er nog mee instemmen. Bedrijven moeten dus rekening houden met twee scenario’s, de bestaande regels en mogelijke toekomstige wijzigingen.
De belangrijkste voorstellen zijn: nieuwe deadlines (31 augustus voor jaarlijkse inlevering, 30 september voor terugkoop en 1 oktober voor annulering), een verlaging van de kwartaaleis van 80 naar 50 procent, een de-minimisgrens voor importvolumes onder 50 ton per jaar, uitstel van de start van certificaatverkoop tot 2027 en een reeks procedurele vereenvoudigingen zoals delegatie van aangiftes, gebruik van standaardwaarden, verbeterde toegang tot het register en aangepaste regels rond precursormaterialen.
Zolang Raad en Parlement geen gezamenlijk akkoord hebben gesloten, blijft dit onzeker.
Wat bedrijven nu al kunnen doen
Voor ondernemingen betekent dit concreet vier actiepunten:
- Voorzie budget en kasplanning: reken nu al op de aankoop van certificaten voor de emissies van 2026.
- Reken scenario’s door: ga uit van de huidige regels en mogelijke versoepelingen (kwartaaleis 80 vs. 50 procent, deadlines 31 mei vs. 31 augustus).
- Verzeker dat leveranciersdata robuust is: zorg voor verificatie en leg contractueel vast wie verantwoordelijk is voor CO₂-data.
- Maak strategische keuzes in uw leveranciersmix: beoordeel CO₂-intensiteit en onderzoek mogelijkheden om kosten te drukken via buitenlandse CO₂-heffingen.
Vooruitblik
De komende maanden onderhandelt de Raad verder. Pas wanneer er een definitief akkoord met het Parlement is bereikt en gepubliceerd, worden de vereenvoudigingen van kracht. Tot die tijd geldt de huidige regelgeving. Voor bedrijven is het verstandig een dubbele aanpak te volgen: uitvoeren volgens de bestaande regels en tegelijk voorbereid zijn op versoepelingen zodra die officieel zijn vastgelegd.
Conclusie
CBAM wordt in 2026 een financiële realiteit. Ondernemingen die nu al hun datastromen, contracten en kasplanning op orde brengen, zijn klaar voor de verplichtingen die onmiskenbaar van kracht worden. Tegelijk houden zij de flexibiliteit om snel te schakelen zodra het Omnibus-pakket formeel groen licht krijgt. De boodschap is duidelijk: werk vandaag alsof de huidige regels ongewijzigd blijven, maar bereid u tegelijk voor op mogelijke vereenvoudigingen.
Blijf actueel
De regelgeving rond CBAM evolueert snel. Veel van de voorgestelde vereenvoudigingen bevinden zich nog in de onderhandelingsfase tussen Parlement en Raad en worden pas bindend na formele goedkeuring en publicatie. Wilt u tijdig weten wat dit voor uw organisatie betekent of meteen praktisch aan de slag met de implementatie? Neem dan contact op met Moore. Onze specialisten volgen de ontwikkelingen op de voet en helpen u uw processen en strategie hierop af te stemmen.
