De door de koning vastgestelde forfaitaire waarderingsregels ter waardering van de anders dan in geld verkregen voordelen van alle aard zijn opgenomen in artikel 18 KB/WIB 1992. In dit artikel wordt onder andere de forfaitaire waardering van het voordeel uit 'goedkope' leningen vastgesteld via de bepaling van jaarlijkse 'referentierentevoeten'. Deze referentierentevoeten voor inkomstenjaar 2021 zijn recent gepubliceerd, hou bij het bepalen van een eventueel voordeel alle aard in uw dossier over inkomstenjaar 2021 dus rekening met deze nieuwe referentierentevoeten.
Rechtstreeks van toepassing op veel dossiers is de referentierentevoet voor niet-hypothecaire leningen zonder vaste looptijd (rekeningen-courant). Deze rentevoet is voor inkomstenjaar 2021 gedaald van 10,20% naar 6,48%. Concreet betekent dit dat een bedrijfsleider die een schuld heeft t.o.v. de onderneming, op deze schuld minimum 6,48% interesten dient te betalen, of er moet een voordeel alle aard worden aangerekend ten belope van het verschil tussen de aangerekende rentevoet en deze referentierentevoet.